485
langzamerhand te komen tot die gegevens op land- en volkenkundig
gebied, welke voornamelijk uit een militair oogpunt van belang
moeten worden geacht.
Deze gegevens oordeelkundig geschift en bij voorkomende gevallen
toegepast, kunnen een niet te versmaden aanvulling van de kaart
geacht worden.
Engelsche discipline.
Het Engelsche dagblad Truth deelt het volgende mede:
Jongstleden Maandag bespeurde men onder de manschappen van
het 2e batajon Coldstreamgardes een levendige ontevredenheid. De
soldaten hadden gehoopt, na de zware diensten van de vorige week,
in verband met het bezoek van den Duitschen Keizer, dat men hun wat
rust zou gunnen, maar zagen zich in die verwachting bedrogen,
aangezien voor Maandagmorgen een militaire marsch was bevolen.
Twee compagnieën weigerden tot die oefening uit te rukken en toen
de manschappen dier afdeelingen daarvoor met drie dagen kwar
tierarrest waren gestraft, hebben zij zich in hunne chambrées opge
sloten en de deuren gebarricadeerd.
De generaal-brigade commandant met de zaak in kennis gesteld
slaagde er ia, de manschappen tot bedaren te brengen met de
belofte, dat zij, met het oog op den goeden naam, waarin het regiment
zich steeds had mogen verheugen, slechts één avond van permissie
zouden verstoken zijn.
Russische en Fransche lichtingen.
Nu het Russische en het Fransche leger tegenwoordig zoo dikwijls
samen worden genoemd, boezemt het misschien den lezers van dit
tijdschrift belang in om eens te vernemen, hoe groot de in het jaar
1890 ingelijfde contingenten zijn.
In Rusland bedroeg in dat jaar de lichting 257.500 mannen, terwijl
zij in Frankrijk 195.000 jongelieden beliep. Te zamen bedraagt
dus het contingent per jaar reeds bijna een half millioen soldaten.
Dl. II, 1891. 32