513 bij het 7° Bat. een 2e luit.-kwartiermeester. 8° een adj. insp. 2e kl. als 1° luit.-kwartiermeester. bij het algemeen depotkader te Weltevreden: een adj. insp. le kl. als kwartiermeester, een adj. insp. 2® kl. j als officieren-betaalmeesters een le luit.-kwm. voor de Molukken Ambon een 2e id. Banda en Ternate). een 2® id. als off. betaalmeester te Makassar. een adj. insp. 2® kl. te Banka. een 2® luit -kwm. te Padang. terwijl a la suite werden gevoerd: een kapitein-kwartiermeester, twee adj. inspecteurs 1® kl. drie 2® luit.-kwartiermeesters. bij de artillerie te Weltevreden: een adj. inspect. 2® kl. als 1° luit.- kwartiermeester. In aanmerking nemende: 1®. dat de officieren-betaalmeesters niet gerekend werden te behooren tot de kwartiermeestersmaar tot de troepenofficieren, waaruit zij in den regel werden gekozen 2®. dat bovenstaande indeeling de voor het algemeen depot, ka der te Weltevredenorganiek aangewezen 1° of 2® luit.-kwartiermees ter niet aangeeft, evenmin als de organiek voor hof regiment huza ren N°. 7 aangewezen kapitein, 1® of 2° luit.-kwartiermeester, dan blijkt, dat zonder de a la suite van het algemeen depot gevoerde kapitein en drie 2® luitenants-kwartiermeesters, bij de in werking treding der legerorganisatie van 1830, van de organiek aangewezen twaalf officieren-kwartiermeesters, aanwezig waren tien officieren, nl: 3 kapiteins-kwartier meesters, 5 le luit. en, 2 2® luit. Zooals reeds werd gezegd, werden in 1833 de kwartiermeesters tot een afzonderlijk korps geformeerd (Alg. Order 1833 N°. 6) en de sterkte van dat korps bepaald op 3 kapiteins-kwartiermeesters,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 528