515
Zooals bekend is werd voorheen de administratie bij de korpsen
niet gevoerd door den kwartiermeester, maar door een raad van
administratie.
De te Batavia gelegerde korpsen hadden ieder hun eigen raad,
doch in alle audere garnizoenen uitgezonderd de kleinere, waar
de commandant als administrateur optrad vond men slechts één
garnizoensraad van administratie, waarbij alle korpsen of detache
menten van hetzelfde garnizoen in administratie werden gevoerd.
Die raden bestonden uit den commandant van het korps, den
majoor, en als commissarissen te Bataviade twee oudste kapiteins
of daarop in rang volgende officieren en elders uit den oudsten offi
cier van ieder korps of detachement, het garnizoen uitmakende. De
majoor bij ieder korps was met het algemeen toezicht over de
administratie, zoo van het korps als van de compagnieën belast,
en aanhem was ook speciaal de zorg voor het materieel opge
dragen, waaronder te verstaan is: kleeding, equipement, wapening en
munitiën.
Aan den raad van administratie was een kwartiermeester of die als
zoodanig fungeerde, als secretaris en betaalmeester toegevoegd.
Bij ieder korps, gedeelte daarvan of elke garnizoens-administratie-
raad was slechts ééu kas, waarvoor de leden van den raad verant
woordelijk waren. De kwartiermeester was voor de te verantwoor
den gelden niet aansprakelijk, tenzij in geval van foutieve berekeningen
of betalingen, als wanneer ook de kwartiermeester zijn deel in de
toegebrachte schade moest dragen.
Indien de leden van den raad den kwartiermeester opdroegen
betalingen te doen, welke hij kwartiermeester strijdig achtte met de
bepalingen, dan moest hem daarvan een schriftelijk bewijs gegeven
worden, waardoor de kwartiermeester alsdan van de verantwoordelijk
heid was ontslagen. Ook het raadslid, dat tegen het geven van deu
last had gestemd, was van de aansprakelijkheid daarvoor ontheven.
Op het bureau van deu kwartiermeester werden alle boeken en
registers, de administratie betreffende, aangehouden; de leden var.
den raad moesten daarop toezicht houden.
Behalve een kwartiermeester was bij ieder korps of garnizoen waar
een garnizoensraad van administratie bestond, een geschikt officier