518 denkbeelden, welke wellicht tot een reorganisatie van het geheele dienstvak zouden kunnen leiden. Onder andere werd gewezen op de wenschelijkheid om de Inten danten en Betaalmeesters af te scheiden en dus niet tot één korps te vereenigen, en zulks niet alleen omdat deze officieren respectie velijk tegenstrijdige belangen vertegenwoordigden, maar ook omdat die afscheiding gelegenheid zou geven tot verwezenlijking van een reeds vroeger geopperd denkbeeld, namelijk de inlijving der admi nistrateurs van hospitalen en magazijnen bij het korps officieren der militaire administratie. Onder deze benaming zouden dan worden vereenigd, in 3 klassen verdeeld, alle officieren niet definitief bij de intendance geplaatst. De adjunct- en adspirant-intendanten zouden vervallen, de intendance alleen uit kapiteins en hoofdofficieren bestaan en de daarbij werkzame 1° en 2° luitenants den titel dragen van Officieren van Administratie 2" en 3° klasse en met de overige offi cieren van dien naam in bevordering, plaatsing enz. rouleeren. Door deze scheiding" zegt verder het militair departement „zouden tevens officieren, die voor betaalmeester zeer geschikt, doch „voor intendant niet berekend zijn, voor het grievend leed eener „herhaalde rangspasseering gevrijwaard zijn". Overplaatsingen van betaalmeesters bij de intendance en omgekeerd zouden echter onder bepaalde voorwaarden mogelijk blijven. De Hoofd-Intendant diende daarop bij missive dd. 25 October 1851 N°. 1 een voorstel in tot reorganisatie op de navolgende grondslagen: A. Splitsing der officieren in drie op zichzelf staande korpsen, als: 1° de intendanten. 2C de administrateurs der troepen, en 3° de administrateurs der hospitalen en magazijnen. De formatie zou zijn: 1 intendant 1° klasse (kolonel). 1 id. 2° (luit. kol.). 4 oud. int. 1° (majoor). 6 2" (kapitein) 6 adj. intendanten (le luit.) 18 officieren. a. 1ST END ANTEN".

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 533