526
Nadat dit voorstel van de regeeving was terug ontvangen, om te
worden herzien in verband met het inmiddels aangenomen beginsel,
dat de comptabelen zich niet rechtstreeks aan de algemeene reken
kamer, maar in de eerste plaats aan de intendance zouden verantwoorden,
werd een definitief voorstel aangeboden bij schrijven dd. 3 Januari
1870 N». 1/C.
De organisatie van het overig deel der mil. administratie werd
mede ter goedkeuring aangeboden bij missive van dien datum N°. 2/C.
De sterkte van het voorgestelde personeel was als volgt
A. Intendance.
1 intendant le klasse
1 id. 2e
5 onder-intendanten le klasse
15 id. 2e
15 le luitenants i gedetacheerde
8 2® id. i kwartiermeesters
45 officieren.
B. Kwartiermeesters.
10 kapiteins
34 le luitenants
45 2® id.
38 adj. ond. off.
30 sergeant-majoors
89 officieren en 68 onderofficieren en bovendien voor het
Hoofdbureau:
1 mil. ambtenaar le klasse
1 id. 2®
2 id. 3®
Die voorstellen werden goedgekeurd en gearresteerd bij de Konink
lijke besluiten dd. 5 September 1870 N°. 10 en 11 [G-ouv. besl. dd.
7 November d a.v. N°. 4 en 5, Stblden N°. 168 en 169, Alg. Order
N®. 178],
Bij vergelijking van deze laatste voorstellen met de in 1866
gewenschte reorganisatie vindt men veel punten van overeenkomst