542 Wij beamen deze meening ten volle, doch zouden, juist met het oog op het in de volgende alinea's dier aangevoerde, de 2e alinea wenschen te lezen: „Heeft deze geen klacht ingediend, dan kan „de compagniescommandant of eenige andere, boven dien commandant „gestelde militaire autoriteit, zooals de korps-, militaire- en geweste- „lijke-militaire-commandant, gelasten dit alsnog te doen." (2) Eenigszins in tegenspraak met zichzelve is de eerste zinsnede van §14, omdat toch het geval zich wel voordoet dat het Inlandsch kader de Hollandsche taal verstaatzonder haar te kunnen schrijven. In dien dus een Inlandsch onderofficier bv. met behulp van een Euro- peesch collega een klacht in de Hollandsche taal doet schrijven, kan hij, dunkt mij, zonder bezwaar deze klacht, onderteekenen. (3) Een hoogst lezenswaardige en bondige uiteenzetting omtrent het wezen en den inhoud van de basis van het militaire rechtsgeding, de klacht, vindt men in de 15-18. Wenschelijk zou het ons evenwel toeschijnen, indien al dadelijk bij de aanhaling van art. 116 Sv. de aandacht werd gevestigd op het verschil tusschen de inrichting der klacht en die van de acte van beschuldiging, ten aanzien van de voor de laatste gevorderde „be haalde vermelding van het misdrijf, waarvan de beklaagde dienten gevolge (d. i. tengevolge der vermelde feiten) wordt beschuldigd." Immers de klacht behoort zich juist te onthouden van qualificatiën, en daarvoor ware het wellicht duidelijker geweest, indien in de 3e ali nea van blz. 126 de redactie eenigszins anders ware geweest. „Qua- „lificatie van die feiten behoort in de klacht niet thuis. De klacht „behoort alle elementen te bevatten" enz. De qualificatie wordt ge formuleerd in de conclusie van eisch van den auditeur-militair en door den krijgsraad bepaald. (4) Niet van nut ontbloot achten wij ook het in 20 medegedeelde. Het mag evenwel worden betwijfeld, en deze opmerking geldt n. o. m. meerdere aanhalingen uit het civiel strafrecht, of de studie dezer niet rechtstreeks noodige rechtskennis, in de militaire wereld wel tot haar recht zal kunnen komen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 557