544 onze herinnering ontgaan. Van moeilijkheden bij de gerechtelijke in structie werd toen echter wel gesproken. Geheel met den S. eens zijn wij het, waar hij (blz. 144 §6) zegt, dat aan de gebiedende voorschriften der wet door de art. 12 en 13 der A. O. N°. 69 van 1887 wordt te kort gedaan nochtans mag zjjne conclusie op blz. 146 bovenaan n. o. m. door geen militair worden onderschreven. Men draagt de verantwoordelijkheid niet der door hoogere autoriteit gegeven bevelen, men beoordeelt niet, maar volgt op. Het zou een interessante bijdrage leveren tot de geschiedenis van de militaire jurisprudentie, indien een militaire commandant zijne be voegdheid naar de toet opvattende, daarvoor werd gecorrigeerd en recht zocht bij den krijgsraad. Wij vertrouwen dat het gezag van den Commandant van het Leger onaangetast zou blijven. Als de bepa lingen niet vóór die gebeurtenis gewijzigd worden, zouden zij het zeker naar aanleiding daarvan wel. Maar dat is een andere quaestie. (6) Bestaat er geen algemeen voorschrift, dat bepaalt, dat onder inter ruptie van diensttijd mede gerekend wordt de tijd in voorloopig arrest doorgebracht vóór de verwijzing naar den krijsraad (Vide blz. 160, missive Comm. 2" mil. afd. dd. 1 /3 1882). (7) Niet onopgemerkt mag worden voorbijgegaan, 'schrijvers mede- deeling in 15 op blz. 161. Zou die, we zouden haast zeggen tot wet verheven gewoonte, niet gegrond zijn op een of auder oud voorschrift? De verplichting, waarvan sprake is in de 2e alinea van blz. 163, wordt bovendien in de marschorder opgenomen. De aanteekening van 19 ad 1° t/m 5° (blz. 167-170) schijnt ons overbodig toe, evenzoo de aanhaling der artikelen 16, 17 en 18 uit de A. O. N°. 28 van 1885 op blz 172/173. Naarmate men art. 297 R. L. (op blz. 188) aandachtiger leest, naar die mate wordt het ook onduidelijker. Van daar de o. i. onbevredi gende beschouwingen op blz. 189 en 190 daaraan vastgeknoopt. Al hoewel het er niet staat, zou onze meening zijn, dat het in de bedoe ling heeft gelegen den auditeur-militair verlof tot en met 24 uren

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 559