44 op superieuren beneden den rans* van officier met hunne minderen kunnon omspringen, komt ons deze toelichting bepaald noodig voor. Art. 12. In dit artikel wordt aan den sergeant-majoor alleen eene zuiver administratieve verantwoordelijkheid opgedragen. De finantieele ver antwoordelijkheid rust geheel op den compagniescommandant, en, na de in werking treding van de A. O. N°. 12 van 1888, ook op den met de verificatie der door den compagniescommandant gevoerde administratie belasten kwartiermeester. Beter ware het geweest om de compagniescommandanten geheel te ontlasten van de administratieve en finantieele beslommeringen, die thans een groot gedeelte van hunnen veel beter te besteden tijd in beslag nemen. Nu is op dit punt reeds zooveel door meer begaafde pennen dan de onze geschreven, zonder dat zulks tot het gewenschte resul taat heeft geleid, dat wij er ons volstrekt geene illusiën van maken, dat onze opmerking verbetering zal brengen in den thans bestaanden, vrij algemeen afgekeurden toestand, hoewel wij niet inzien welk be zwaar er in gelegen kan zijn om de geheele administratie van eene com pagnie aan een afzonderlijken, verantwoordelijken administrateur op te dragen, opdat de commandanten de handen meer vrij krijgen voor de tactische en technische oefeningen hunner compagnie, zooals dit o.a. in het Duitsche leger het geval is. Maar enfin, de zaak is nu eenmaal zoo, en het zal nog lang duren, voordat de hier bedoelde en door de compagniescommandanten zoo hartelijk verlangde revo lutie plaats grijpt. Kunnen wij het nu niet geheel hebben zooals wij het zouden verlangen, dan zouden wij al tevreden zijn, wanneer althans de bestaande bepalingen zoodanig gewijzigd werden, dat de compagniescommandant gevrijwaard wordt tegen directe benadee ling door kwade trouw of nonchalance van de zijde zijner onder geschikten. Tot toelichting van onze bedoeling diene het volgende. Tot op dit oogenblik heefc de compagniescommandant het door den kwartiermeester verstrekte voorschot tot het uitbetalen van sol dijen enz. onder zijne persoonlijke berusting, en is hij daarvoor verantwoordelijk. Een middel om dat bedrag veilig te bewaren wordt hem niet verstrekt, en trouwens, al werd hem daarvoor al eens een

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 55