547
In de 4e en 5e alinea biz. 241 vinden wij eene bepaling van bet
in de laatste twee alinea's van blz. 208 voorkomende.
Achter het woord „afgewacht" regel 3 v. o. blz. 241 zouden wij eene
noot wenschen te plaatsen: „Het is intusschen al eens voorgekomen,
„dat een beklaagde voor goed werd geëvacueerd; van Atjeh naar
„Padang bv. In zoodanig geval zal de zaak geheel op nieuw moeten
„worden geïnstrueerd."
Berust de bepaling in de laatste alinea van blz. 242 op een
voorschrift? (14)
Hoe belangwekkend ook, zouden wij de algemeene beschouwingen
over de manier van procedeeren, enz. (blz. 265, 266, 267, 268 en 269)
wel wat willen bekorten, 't Komt ons voor, dat dit meer in overeen
stemming met het door S. in zijn voorbericht ontwikkeld programma,
en bovendien practischer zou zijn.
De 3e alinea van blz. 271 komt ons, ook met het oog op de laatste
alinea dier bladzijde onjuist voor. Men leze voor „doen stellen" „ont
werpen". (Verg. ook blz. 277, 5e alinea en blz. 305 5.) (15)
Is het woordje „doen" in „doen aanzeggen" 5e alinea van blz.
275 niet te veel? o. i wel. (16)
Practisch zijn de wenken omtrent het recolement op blz. 280.
De aanteekening van den secretaris is dus voldoende Zoo ook
omtrent de renvooijen op blz. 288, laatste alinea omtrent het onder-
teeltenen van de processen-verbaal van getuigen-verhooren in §10 op
blz. 332, omtrent den inhoud der vonnissen op blz. 392 en vlg.;
hoogst belangwekkend de geheele studie van Hoofdstuk 3, de „bij
zondere rechtspleging in reclamezaken".
Met art 84 R. L. in handen zal men inzien dat de redactie van
§17 blz. 289 niet gelukkig is geweest. De beklaagde is toch wel
degelijk verplicht tot het stellen zijner handteekening onder het proces
verbaal van zijn verhoor. dAlleen maakt de weigering dit proces
verbaal niet ongeldig, mits van die weigering op het stuk naar behooreu
blijke. (17)
(d) Zonder verplichting is geen weigering mogelijk, omdat de handteeking of wat
daarvoor in de plaats treedt een eisch is voor do rechtsgeldigheid van het stuk.