45 ijzeren geldkistje in bruikleen afgestaan, dan zou dit nog niet afdoende zijn, daar het kistje, voor zulk een betrekkelijk klein bedrag als in den regel in voorschot wordt gegeven, uit den aard der zaak, door zijne minime afmetingen, volstrekt niet gevrijwaard is tegen ontroo- ving in zijn geheel. Wat wij zouden wenschen, is, dat elk compagniescommandant niet alleen een ijzeren geldkistje ten gebruike ontving, doch dat hem ook eene behoorlijke bewaking daarvan werd gewaarborgd. Dit zoude o. i. zonder bezwaar kunnen geschieden door de kistjes van de verschillende compagniescommandanten op de bij A. O. N°. 35 van 1882 voorgeschrevene wijze te doen bevestigen in een daartoe aan te wijzen lokaaltje van de kampementswacht, waar zij onder het directe toezicht van den schildwacht en den wachtcommandant staan, terwijl de compagniescommandant natuurlijk den sleutel bij zich houdt. Op de soldijdagen of een dag te voren kunnen dan de voor de betalingen noodige gelden door den compagniescommandant aan den sergeant-majoor worden verstrekt, tegen ontvangstbewijs. Yan af dit oogenblik tot op het oogenblik van de uitbetaling, behoort de verantwoordelijkheid voor het verstrekte bedrag, te rusten op den sergeant-majoor. i\u, op het oogenblik, staan wij voor de grove onbillijkheid, dat de compagniescommandant eenvoudig bijpast, wat er van het zooeven bedoelde bedrag te zoek raakt, nadat de sergeant-majoor het in ontvangst heeft genomen of doen nemen. Hoe veelvuldig zijn niet de gevallen, waarin de comp. commt. schade heeft geleden, doordat bijv. de met het wisselen van het geld voor de soldijen belaste onderofficier daarvan een gedeelte verduisterde of verlooren dit gevaar keert elke vijf dagen terug. Wil de comp. commt. zeker van zijn zaak zijn, dan zou hij feitelijk genoodzaakt wezen zelf klein geld voor het uitbetalen der soldijen te zoeken, wat natuurlijk niet van hem gevergd kan worden. Yan den sergeant-majoor is dit echter wel te eischenheeft hij het op de soldijdagen wat druk, dan is er niets, wat hem belet het geld den vorigen dag te gaan wisselen; het klein geld zou dan, zoo hij dit wenscht, weer in het geldkistje van zijn comp. commt. kunnen worden opbewaard, onder aanteekening op het ontvangstbewijs, dat dit geschied is, terwijl hij het kort vóór de uitbetaling weder terug-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 56