555 Naar onze meening verzetten thans nog de bepalingen zich tegen het inbrengen van eene reclame over de straf van plaatsing in de 2e klasse van mil. discipline vóór den gelieelen afloop dier straf, maar overigens zouden wij het in het belang van het leger zelf, om niet te spreken van billijkheid en rechtvaardigheid, achten indien art. 1 van Stbl. 1874 N°. 12 in dien geest werd gewijzigd, dat ten aanzien van de besproken straf reclames daarover binnen 3 X 24 uren na de oplegging zullen worden toegelaten, waardoor, om 'schrijvers woorden te gebruiken, zonder tekortdoening aan de eischen van de krijgstucht, een einde zal worden gemaakt aan eene groote onbillijkheid. Chefsin den zin van artikel 1 zijn natuurlijk alleen de compagnies commandanten, de bataljonscommandanten, de detachements- en korps commandanten en de boven deze geplaatste autoriteiten. Dat over de bedoeling van dit woord bij S. twijfel kon ontstaan, en dat hij (vide blz. 578) de fout wijt aan de redactie van dat artikel, is ons onverklaarbaar. g Duidelijker ware het geweest, indien S. zelf telkens (vide blz. 577578) hadde gesproken van voorloopig arrest (regel 11, 14, 30 resp. regel 4, 6 en 7). Van de leemte, waarop S. op blz. 594, van de tarieven sprekende, doelt, hopen wij dat de V8 Afd. van het Departement van Oorlog aanteekening houde, om bij eventueele herziening eene aanvulling, in den geest als door S. aangegeven, te provoceeren. Ten aanzien van punt 4° en 5° op blz. 603 zouden wij wenschen aan te teekenen, dat kamerarrest zonder accès in den zin van art. 16 der A. O. N°. 69 van 1887 en politiekamer in den zin van art. 97 I, D. der Inf. niet den minsten waarborg opleveren tegen hernieuwd violement. Een allertreurigsten indruk maakt de mededeeling op blz. 608, dat er eene dispositie van het H. M. G. bestaat waarbij beslist is, dat valsche getuigenissen, in reclame zaken afgelegd, niet onder het bereik der strafwet vallen. (y) Er staat immers chef in het artikel en niet meerdere. Er kan dus toch ook niet met chef bedoeld zijn, de meerdere, die op de militair- hierarchieke ladder één sport hooger staat.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 570