572 - omtrent melden. Die colonne toch bepaalde er zich enkel toe om, na den vijand uit zijne positiën te hebben verjaagd, hem met vuur te vervolgen. Uiteengeslagen, verspreid was die vijand niet; elke poging daartoe ware een hopeloos werk geweest, zelfs voor eene colonne van .grootere sterkte. Hal men eenig voordeel van het verkregen succes willen behalen, dan was het bezetten van de door den vijand verlaten positiën of het innemen van andere, welke die positiën beheerschten geraden geweest, om....? Om de eigen macht te versnipperen; om, wanneer de vijand later weder komt opzetten, hem wederom te verdrijven uit diens nieuw ingenomen stelling en ook dezegetrouw aan het pas gemelde beginsel, te bezetten....? Ik behoef zeker niet verder te gaan om te doen inzien op welk gewaagd terrein, iu reëelen en figuurlijken zin, men zich door een dergelijke wijze van optreden waagt. Uit onze krijgsverrichtingen in Edi gedurende de twee laatste jaren, valt, dunkt mij, voor dit deel van Noord-Sumatra de volgende leering te putten De toestand, waarin wij op Atjeh's Oostkust verkeeren, de positie tot dusverre door ons daar ingenomen, maken het slechts bij uitzon dering mogelijk om uitsluitend door wapengeweld onrustige bewegingen, als waarvan hier sprake is, al dadelijk in de kiem te smoren. In dit stadium kunnen hoofdzakelijk maatregelen van politieken aard den toestand ten goede wijzigen. Het zeldzaam voorkomende, zoo even gezegde geval uitgezonderd, reageere men van militaire zijde tegen dergelijke bewegingen niet, tenzij daartoe door redenen van zelfbehoud gedwongen, dan wel omdat andere direct aan onze hoede toevertrouwde belangen door die bewegingen worden bedreigd; de mate van gevaar voor dat zelfbehoud, het gewicht van die belangen bepaalt natuurlijk als van zelf den omvang van de machtsontwik keling onzerzijds. Eenmaal tot militair optreden op groote schaal besloten, zij men er aan indachtig, dat bij eene tegenpartij zooals hier, zonder bepaalde organisatie, van dat militair optreden alleen dan goede vruchten is te wachten, wanneer men die tegenpartij belet een treffen te ontloopen en haar een slag toebrengt, vooral niet te vroeg, beter nog iets te laat, als het verzet reeds eenige uitbreiding heeft erlangd en de kans 0111 velen en vooral de handelend opgetreden

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 587