50
door officieren. Grewenscht lijkt het ons toe, dat daaronder ook worde
opgenomen eene bepaling, waardoor de officier verplicht wordt, om,
behalve aan den sergeant-majoor zijner compagnie, ook aan zijnen
onmiddellijken chef direct mededeeling te doen van zijne ongesteld
heid, opdat deze chef, aldus spoedig gewaarschuwd, in de gelegenheid
worde gesteld om bijtijds zijne orders betreffende den dienst te
wijzigen als een gevolg van het uitvallen van een zijner ondergeschikte
officieren.
Om dezelfde reden behoort o.i. de van ziekte herstelde officier zoo
spoedig mogelijk van zijn herstel aan zijn onmiddellijken chef kennis
te gevenhet melden, zooals dit is voorgeschreven in de slotalinea
van art. 69, komt ons wat laat voor.
De bepalingen in de laatste alinea van het in hoofde dezer ver
melde artikel omtrent het uitgaan van zieke officieren pleiten niet
voor heel veel vertrouwen in hun eerlijkheidsgevoel. Men kan toch niet
aannemen dat een officier zich ziek zal melden buiten noodzakelijk
heid. Waartoe dan dat verplichte thuisblijven? Yoor de genezing is
dit niet altijd noodig; daarenboven kan de reden van ziek-melding
van dien aard zijn dat de officier, zonder bepaald ongesteld te zijn,
niet in staat is om behoorlijk dienst te doen (zooals bijv. bij tijde
lijke belemmering van het spraakorgaan, enz.) of zich in de voorge
schreven tenue in de kazerne of voor den troep te vertoonen. Waarom
in zoodanige gevallen den officier gedwongen om thuis te zitten?
Zoodanige bepaling is stuitend. Wel is waar kan de behandelende
officier van gezondheid het uitgaan voorschrijvennatuurlijk wanneer
hij zulks voor de genezing noodig acht, doch in de gevallen, waarin
uitgaan niet bepaald noodig is, maar ook geen kwaad kan, is de
ziekgemelde officier gedoemd om in zijne woning te blijven. Deze
bepaling is toch wel wat al te kinderachtig en behoorde daarom o.i.
spoedig geschrapt te worden.
Artt. 104, 105 en 106.
„De compagniescommandant kan de vrouwen en kinderen van
Inlandsche militairen, die daartoe het verzoek doen, in de menage
doen opnemen.
„Yoor iedere vrouw wordt 10 cent en voor ieder kind 3 cent