54 -
personen, meer in het bijzonder van vrouwen, in de kampementen.
Het komt ons voor dat de bepalingen op dit punt wel wat al te
vrijgevig zijn. Men denke niet dat wij de theorieën ten dien opzichte
van een fanatiek, gelukkig voor Indië, reeds afgetreden minister
wenschen te verdedigen of zelfs te vergoelijken, het tegendeel is
waar; doch zonder nu met die godvruchtige begrippen te willen mede
gaan, moeten wij eerlijk erkennen dat beperkende bepalingen op de
toelating van vrouwen niet ongewenscht zijn. Wij hebben voor
namelijk het oog op het aantal vrouwen in onze kazernes; daaraan
behoorde een grens te worden gesteld. Wij hebben compagnieën ge
kend, waarbij het aantal vrouwen veel grooter was dan dat der
presente manschappenmen bedenke dat onder die vrouwen ook de
volwassen dochters der militairen worden gerekend. Zulk een toe
stand achten we in het belang van de zindelijkheid in het kampe
ment niet gewenscht; hoe meer personen, vooral vrouwen en kin
deren, in een kampement te zamen zijn, hoe meer verontreiniging ten
gevolge van het bereiden van eten voor de mannen en het snoepen,
om van andere verontreinigingen niet te spreken. En wie mogen
den vuilen boel weer opruimen? Natuurlijk de plaatcorveeërs, en kan
het nu wel anders als stuitend genoemd worden, wanneer men sol
daten, waaronder dikwijls, zooals van zelf spreekt, Europeanenziet
schoonmaken wat Inlandsche dames en kinderen, met het grootste
sans gêne, gelieven vuil te maken?
Waarom bijv. niet bepaald, dat er bij elke compagnie slechts een
bepaald aantal vrouwen mag zijn, en het houden van menagères al
leen toegestaan aan de meest oppassende, fatsoenlijkste soldaten Men
zou daardoor ook een waarborg te meer krijgen, dat het gehalte der
kazerne-vrouwen beter wordt, omdat men in den regel wel kan aan
nemen dat een fatsoenlijk, oppassend soldaat geene dame uit het
schuim van de desa als vrouw of bijzit zal nemen.
Daarenboven zoude het gouvernement zich door de door ons be
doelde bepaling heel wat kosten uitsparen; men denke maar eens
aan de transportkosten van al dien sleep vrouwen en kinderen bij
overplaatsing of in het algemeen bij reizen van den man! Waarom
is men tegenover den minderen militair in dit opzicht zoo scheutig
en daardoor zoo onbillijk tegenover officieren? Een officier, die na.