56 krijgen. En vreest men voor misbruik van sterken drank door den door ons geopperden maatregel, dan wijzen wij er op, dat dit misbruik ook in de cantines niet wordt voorkomen, en dan gelooven wij dat, als een soldaat zich bedrinken wil, het veel beter is dat hij dit thuis doet, waar hij dadelijk zijn roes kan uitslapen, dan dat hij in beschonken toestand, soms door de brandende zon, naar huis waggelt en onderweg eene alles behalve ons prestige versteikende vertooning maakt. In elk geval zoude al veel in het o. i. niet onredelijke verlangen van den soldaat tegemoet gekomen worden als bijv. twee keer, per dag, gedurende eenige minuten, voor hem de gelegenheid bestond om aan de toonbank van het buffet in het dag verblijf zijn „hapje" te nemen; controle daarop is zoo moeielijk niet. Art. 145. De voorschriften omtrent de tenue voor de officieren, in dit artikel opgenomen, geven ons aanleiding tot het stellen van de vraag hoe het met het gezond verstand overeen te brengen is, dat een officier in bijna alle diensten den jas open mag dragen, doch alleen bij die diensten, waarbij hij het meest last heeft van de warmte, dat benauwde kleedingstuk clicht moet doen? Is men soms bevreesd geweest, dat het open dragen van de uniformjas het martiaal voorkomen zal schaden? Wij gelooven niet dat daarvoor gevaar bestaat, en zijn er dan ook van overtuigd dat bijna iedereen de open jas Veel netter vindt dan het gesloten dwangbuis (van lakenen dat onder den evenaar!). Yan het krankzinnige model van het hoofddeksel der officieren moeten wij hier zwijgen, omdat ons dit te veel buiten de grenzen van ons onderwerp zoude voeren. Artt. 173 en 174. Deze beide ariikelen, handelende over soldaten-oppassers van officie ren, zouden we gaarne uit het Reglement op den Inw. Dienst zien ver dwijnen, omdat daarvan zeer dikwijls misbruik wordt gemaakt, en zij, die dat misbruik behoorden tegen te gaan, dikwijls zelf daarvan het voorbeeld geven. Daarenboven, waartoe zijn die bepalingen noodig Zijn er in Indië geen bedienden meer te krijgen, ai is het dan tegen wat hooger loon dan een oppasser gewoonlijk toucheert? Waarvoor

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 67