57 - dan toe te laten dat soldaten gebezigd worden voor allerlei hoogst onmannelijke of het prestige van de uniform weinig releveerende bezighedeo, als het naar school brengen van kinderen, ijs halen, het vegen van het voorerf, enz. W ij hebben een compagniescommandant gekend, die er een Eu ropee sch soldaat als oppasser op nahieldonder de gewichtige werk zaamheden, waarmede deze man werd belast, behoorde ook het „inloo- pen van de nieuwe schoenen van zijn kapitein, totdat ze wat souple geworden waren Ziet men daarbij dat die oppassers dikwerf niet in den vorm ge commandeerd worden door de „njonja", die gesteund door het militair overwicht van haren echtgenoot op den soldaat, dezen niet altijd zooals t behoort behaudelt, dan kan het niet anders dan een zeer vreemden indruk maken op den burger, die van den soldaat, die in Indië toch al vrij wel als paria wordt beschouwd, op die wijze geen beteren dunk zal krijgen. Art. 178. Gewenscht komt het ons voor, ook bepalingen in het leven te roepen omtrent het verrichten van eerbewijs door minderen als deze geen hoofd deksel op hebben, bijv. door voor te schrijven, dat de mindere in zoodanig geval halt en front maakt of iets dergelijks. Art. 179. Iu de voorlaatste alinea van dit artikel wordt o. a. bepaald: stilstaande wordt front naar den meerdere gemaakt, de positie aangenomen en de militaire groet gebracht; zit de mindere aan den openbaren weg, dan staat hij op en neemt alleen de positie aan". Waarom wordt in dit laatste geval niet de militaire groet gebracht Art. 184 (laatste clausule der voorlaatste alinea). Zie het opgemerkte hier voren. Wolfram.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 68