59 „reunis, 1'impulsion morale; du cheval enfin, le fonds et la vitesse, l'im- „pulsion matérielle. etc. „3°. Un cavalier qui a confiance en son chef, en son cheval, en son „arme, est virtuellement pret." Uit dat bovenaangehaalde blijkt ten duidelijkste, dat het paard een zeer groote factor voor den cavalerist is, en hoe wil deze ver trouwen in zijn chef, in zijn wapen en in zijn paard hebben, wan neer dit laatste te klein is en hij tegen een beter bereden cavalerie- korps moet optreden? Een cavalerist rijdende op zoo'n paard tegenover een ander, die een groot berijdt, is -per se de mindere (aannemende dat de twee cava leristen voor 't overige gelijk zijn), omdat zijn materieele factor min der deugdzaam is. Maar daar komt nog iets anders bij ten nadeele van den op het te kleine paard rijdenden cavalerist; de sabelsteken en -houwen, welke, wat de eerste betreft, in het algemeen naar het aangezicht, de borst en het onderlijf en, wat de laatste aangaat, naar het hoofd, het aangezicht, de armen of handen toegebracht dienen te worden (zie exercitie-reglement der cavalerie) kunnen beter uitgedeeld worden door een op een groot dan wel door een op een te klein paard gezeten ruiter, omdat die gevechtsbewegingen makkelijker uitgevoerd worden en krachtiger aankomen van boven naar beneden dan wel omgekeerd. Te erkennen dat Sandelwoods van 4 Rijnl. voeten hoog en daar boven zeer deugdzame en aangename rijpaarden zijn voor kleine rui ters met eene zachte rustige hand en wegende met het zadel 70 KG. is niets meer dan billijk; maar te beweren dat ze alle eigen- schappen van een goed troepenpaard bezitten, heeft er veel van of men ziendeblind wil zijn". Een middelmatig groote ruiter, die met beenhulpen rijdt, hetgeen in Indië door burger-ruiters zelden, ja zeer zeldzaam gedaan wordt, want verreweg het gros van hen doet alles af met teugelhulpen, ge voelt zich op een groot rijpaard veel aangenamer: 1°. omdat hij hier op een beteren zit heeft; 2°. omdat hij zijne beenhulpen beter kan aanbrengen, en 3°. omdat hij op zoo'n paard gezeten wat voor zich heeft. (Hetgeen hiermee bedoeld wordt begrijpen zij wel, die meer malen groote paarden bereden hebben.)

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 70