88 „traineur de sabre", een „troupier" moet zijn, ongevoelig voor hoogere zakeneen vooroordeel, dat op even zorgvuldige als misdadige wijze door pen en teekenstift wordt levendig gehouden en zijn afschuwe lijke verpersoonlijking vindt in het populaire type van den „kolonel Ramollot." Men vergeet daarbij, dat sinds den Fransch-Duitschen oorlog de recruteering en de samenstelling van het officierskorps op radicale wijze veranderd en verbeterd zijn en dat het zedelijk en intellectueel peil in hooge mate is gerezen. Men vergeet, dat, nu de negentiende eeuw ten einde spoedt, de militaire carrière niet langer is een „pis- aller", maar dat deze door zeer, zeer vele hoog ontwikkelde mannen wordt gekozen en dat dan ook het officierskorps in zijn geheel verre verheven is boven dat vaD twintig jaren her. Alleen daarom zou men reeds meenen, dat men op de mannen, die hun diensttijd beëindigd hebben, den stempel van dat hoogere gehalte moest terugvinden; zou men gelooven, dat, wat het officiers korps na den verplichten dienst aan de maatschappij teruggeeft, beter is dan wat het ontvangt. En toch is dat niet in die mate het geval, als men wel gaarne wenschen zou, aangezien verschillende omstandigheden het hare er toe bijdragen, om den officier zijne minderen te weinig te doen ken nen, te weinig belang in hen te doen stellen. Inderdaad is het moeielijk, om in den tegenwoordigen tijd aan de officieren te dien opzichte hooge eischen te stellen. De diensttijd is kort, de lichtingen zijn groot en de eene komt op, terwijl de andere reeds weder is verdwenen. Zoodoende trekken de verschillende con tingenten als even zoovele droomen voorbij en is de vorige uit de gedachte verbannen, voordat de manschappen van de nieuwe zelfs bij name aan hunne superieuren bekend zijn. Is het daarom reeds een heele toer om met zijn ondergeschikten bekend te geraken, daarbij komt nog, dat we hier te doen hebben met een plicht, waarop men de officieren het minste wijst. Wel bewondert men in Frankrijk de schoone wenken, die Dra- gomirof aan het Russische leger geeft, ja men leest ze zelfs druk, maar aan de toepassing besteedt men weinig zorg. Men leert den aanstaanden officieren strategie en tactiek, balistiek en geographie

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 99