92
Ook de Ned.-Indische soldaat, waar zijn wieg ook gestaan of, wat
het Inlandsche gedeelte aangaat, ook gehangen moge hebben, is een
dankbaar wezen, dat gevoeliger voor een goede behandeling is dan
men misschien oppervlakkig wel zeggen zouhij is, zonder dat men
de teugels van de meest ijzeren krijgstucht ook maar een duim be
hoeft te laten glippen, gemakkelijk met kleinigheden, met een vriende
lijk woord, met een belangstellende vraag in te pakken en blijft steeds
dien meerdere genegen, die zijn hart heeft weten te winnen.
Ik geloof dan ook, dat de officier, die in 't garnizoen de genegen
heid van zijn ondergeschikten heeft verworven, te velde onder geen
voorwaarde, zelfs niet in een paniek, beducht behoeft te zijn, om door
zijn manschappen in den steek gelaten te worden en dat dan blijken
zal dat een troep, goed in do hand van een door zijn minderen ge
liefd chef, beter zal stand houden dan een minder aan zijn aanvoerder
gehechte afdeeling, ook al is deze beter geoefend dan gene.