483
hunne soldij in te houden. Daar zij wat betaling, vivres, verpleging,
enz., geheel en al werden gelijkgesteld met Europeanen, kwam hunne
soldij daardoor op f 0.25 per dag.
Na de afschaffing der slavernij, toen er geen voorschot meer noodig
was, bleef echter de soldij onveranderd behouden en bestaat zij ook
nu nog voor de Indo-Afrikanen.
Het motief voor de inhouding van f 0 08 per dag heeft thans geen
recht van bestaan meer en is het dus alleszins billijk, hierin veran
dering te brengen.
Nu er op het oogenblik nog slechts één Afrikaan, afkomstig van
de kust van Guinea, in het Leger is en deze waarschijnlijk daaruit
ook spoedig zal verdwijnen, zou het wellicht een geschikt moment zijn,
de positie der Indo-Afrikanen nader te regelen. Hiertoe zou dan
o. a. behooren
le het toekennen aan allen van dezelfde soldij als aan de Europeanen
en Amboineezen; dezelfde premiën bij engagementen bij reëngagement
en hetzelfde gagement als aan de Amboineezen;
2e het afleggen van het examen vastgesteld voor het Europeesch kader.
Tegen dit laatste zullen wel geen overwegende bezwaren kunnen
bestaan, als men bedenkt, dat zij tegenwoordig, zonder daartoe opgeleid
te zijn, de diensten van het Eur. kader vervullen en de ondervinding
bovendien geleerd heeft, dat men hun dien werkkring met gerustheid
kan toevertrouwen.
W ordt de positie der Indo-Afrikanen in boven omschreven geest
gewijzigd, dan lijdt het geen twijfel, of door deze verheffing zal het
gehalte verbeteren en wellicht meerderen dan thans tot dienstneming
verlokt worden. Worden hierdoor ook slechts enkele tientallen voor het
Leger gewonnen, die aanvulling valt voorzeker, met het oog op het
beperkt aantal beschikbare Europeanen, niet te versmaden.
X.
Inkrimping van het personeel van het Koloniaal Werfdepot
te HardenvijJc.
In de 8e en 9e aflevering van den loopenden jaargang van het Ind.
Mil. Tijdschrift bespreekt Excavator op uitvoerige wijze de weelderige