MILITAIR AARDRIJKSKUNDIGE BESCHRIJVING VAN
HET EILAND LOMBOK.
Vervolg en slot van bids. 441.)
XII. Rechtspleging.
Reeds eenige malen werd in den loop van dit opstel gewag gemaakt
van de afdoende straffen, op het eiland Lombok op verschillende
misdrijven gesteld en ik meen dan ook, na al hetgeen ik daaromtrent
in verschillende werken heb gelezen, de rechtspleging uitermate
barbaarsch te mogen noemen.
Volkomen verdiend is daarentegen de aan den Lombokschen over-
heerscher meermalen toegezwaaide lof, dat hij bij het opleggen van
straffen, zonder onderscheid des persoons zou te werk gaan.
Zoo heeft hij in het begin van 1884 zijn neef Goesti Waijan Kalèr,
omdat deze oogluikend had toegestaan, dat twee zijner vrouwen
overspel pleegden, met die twee vrouwen en haar verleider doen
krissen, terwijl eenige jaren geleden 's vorsten eigen dochter op
zevontienjarigen leeftijd, wegens overspel dezelfde straf heeft ondergaan.
Zollinger deelt mede, dat de laatste koning van Karang-Asem
(Lombok) vijf zijner kinderen heeft doen verdrinken, omdat zij van
bloedschande waren beschuldigd.
Reeds vroeger maakte ik melding van het feit, dat een vijftigtal
der hoofdaanleggers, van den in 't laatst van 1881 tegen den vorst
gesmeden opstand, op barbaarsche wijze werd ter dood gebracht.
Zij werden één voor één met katjang hidjaw of djagoeng beschoten,
totdat zij half dood neervielen en daarna, ieder op zijn beurt, doch
niet te haastig, afgemaakt.
])e macht van den vorst is te grooter, oindat hij alleen in alle
crimineele zaken uitspraak doet, terwijl slechts gewone gedingen aan
hangig gemaakt worden voor eene rechtbank, samengesteld uit priesters
en gepresideerd door een der vorstelijke personen.