DE SANDELWOOD ALS CAVALERIEPAARD. Vervolg en slot van blz. 502.) Als de mogelijkheid bestaat dat een Europeesche vijand hier zijn troepen kan debarkeeren, dan kan hij ook eenige eskadrons cava lerie overvoeren ik meen dat toen de Engelschen in 1811 hier kwamen, zij ook een paar eskadrons Bengaalsche lansiers bij hunne troepen hadden en tegen die vijandelijke ruiterij, bereden op groote, deugdzame paarden van meestal Inlandsch (Hindostansch) ras, be reden door Engelsche en flinke Inlandsche ruiters, zoude de O. I. cavalerie niet opgewassen zijn. Men behoeft niet eens het geval te nemen, dat deze en die ruiterij tegen elkaar chargeeren, maar slechts dat waarbij cavaleriepatrouilles van de beide partijen bij verkenningen met elkaar in strijd komen, dan zou de O. I. cavaleriepatrouille met hare zwaar belaste, kleine en minder snelle paarden het heel hard te verantwoorden hebben tegen hare tegenpartij. A. A, de schrijver van „La cavalerie dans la guerre moderne zegt o. a. „1°. A 1' homme, eet élément invariable, vient s'ajouter le cheval, „sorte d' arme animée et vivante, également soustraite aux influences „scientifiques. Sur cette entité formée par le cavalier, il serait vain de „discourir. On n' en modifiera ni le caractère ni la substance. On se „retrouvera toujours en face de deux facteurs primitifs et simples: une „énergie morale et une force matérielle, une resolution et un choc. „2°. L' entité formée par une troupe de cavalerie comprend trois élé- „ments distinctsle chef, le cavalier, le cheval. Chacun possède des pro- „priétés propres et joue des róles différents. Du commanderaent dépen- „dent la conception, le coup d'oeil, 1'habilité, la résolutionde la troupe, „la promptitude et la correction de la manoeuvre, 1' exécutiondes deux

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 69