108
reuk- en smaakloos zijnde hoofdvoedingsstoffen (eiwitten, vetten en
koolhydraten) beter en spoediger verteerd worden.
Deze ontledingsproducten nu zouden wij in de eerste plaats tot de
genotmiddelen kunnen rekenen, maar dan volgen eindelijk de voor
naamste nl. zout, azijn, peper, verschillende specerijen, koffie, thee,
enz enz.
Onder deze is „zout" (natrium zout) zelfs als onontbeerlijk te
beschouwen, daar onthouding van zout op het te gronde gaan van
het organisme zou uitloopen.
Gelukkig komt het zout in al onze voedingsmiddelen in meerdere
of mindere mate voor, zoodat uit dien hoofde voor geheele onthouding
geen vrees behoeft te bestaan, doch de ondervinding leert, dat voor
nagenoeg alle volkstammen deze hoeveelheden niet voldoende zijn,
maar een opzettelijke toevoeging van zout bepaald noodzakelijk is.
Wat de andere bovengenoemde genotmiddelen aangaat, zij mogen
ontbeerd kunnen worden, niemand zal de waarde dier stoffen voor
de spijsvertering ontkennen en durven beweren, dat bv. koffie geen
heilzame werking kan uitoefenen.
Iloewel de genotmiddelen in den regel zelf geen of slechts weinig
waarde als voedingsmiddel hebben, is het niettemin eigenaardig, dat
zij voor de voeding van zulk een groote beteekenis zijn.
En wanneer wij nu zien, dat het militair tarief N°. 15 koffie,
zout, azijn en thee toestaat en in aanmerking nemen, dat de mena-
gefoudsen het daaraan nog ontbrekende kunnen leveren, dan mag
men zeggen, dat de voeding in het garnizoen geheel kan Voldoen
aan den eisch hierboven onder gesteld.
Wordt vervolgd).
B. W. C. G. Vries.