112
benut voor de zijdelingsehe richting en dan te gelijker tijd de hoogte-
richting met het quadrant gegeven, indien de richting direct niet
mogelijk was.
De mortiersectie was links van de kanons opgesteld en nam den
afstand na het inschieten van de kanons over om het vuur te openen.
Zij bleek daarmede ook ingeschoten te zijn. Dat was maar gelukkig
ook, want anders had zij zich er mede moeten vergenoegen om het
vuur in den blinde voort te zetten. De schietregels toch schrijven
voor, om, wanneer men bij het inschieten op een afstand wil vuren,
waarvoor geene lading is voorgeschreven, de mortieren zooveel noodig
vóór of achteruit te laten gaan, tot men op een afstand is geko
men, waarvoor wel eene lading bestaat. Dit nu was hier niet mo
gelijk. Yóór zich had de sectie de Edi rivier en achter zich een
pisangbosch. O! gebrekkige voorschriften!
Om 7 uur 10 min. werd het vuur gestaakt. Gelukkig was even te
voren munitie-aanvulling gekomen. Daar het terrein op den linker
oever heuvelachtig was en de batterij order kreeg derwaarts te
marcheeren, zoo liet de B. C. opladen. De batterij marcheerde vlug
af, ging over de schipbruggen over de Edi rivier en moest tegen
over den Aroen en Roembia onder 's vijands vuur afladen.
De muildieren, die al den ernst van het oogenblik schenen te be
seffen, lieten zich rustig afladen en begonnen dadelijk aan de alang
alang te knabbelen. De manschappen hadden ook geene aansporing
noodig om zich te haasten.
Intusschen was de lucht opgehelderd en kon men duidelijk de
loopgraven zien, waaruit 's vijands vuur werd afgegeven. Het artil
lerievuur op den Aroen had spoedig het gewenschte resultaat. Een
G. zag men duidelijk midden in een bezette loopgraaf springen.
.Nadat de Aroen en Roembia waren bezet, kon men eens zien
welk een ontzettende slachting de projectielen onder de Atjehers
hadden te weeg gebracht.
Voor 't overige van dien dag had de artillerie eene taak, waarbij
de muildieren volkomen in hun element waren. Bij het innemen
van verschillende stellingen werd de geheele heuvelrug ten Z. van den
weg Edi-Tapijang Batoe langs getrokken. Hierbij bleek het alweer
hoe weinig men staat kan maken op den goeden wil en het ver-