115 De G. K. T. waren duidelijk te observeeren en dat ze ook wer kelijk met het goede interval aankwamen bewees de omstandigheid dat na 6 schoten de vijand zijne stelling verliet. De in die verster' k.ng achtergelaten doode Atjeher had een vol projectiel tegen het hoofd gekregen, en daardoor dit lichaamsdeel geheel verloren. Onmiddellijk na het nemen van Kota Nawas werd de colonne beschoten uit Tapijang di Roem. Hier was op een heuvel van 10 M. hoogte eene lange loopgraaf aangelegd. Het terrein ten Z. van den weg was toen nog niet van vijanden gezuiverd, zoodat de artil lerie genoodzaakt was, om op den weg staande het vuur op Tapijang di Roem te openen. De weg was daar gedeeltelijk hol, zoodat de vuurmonden tot aan de monding waren gedekt. Door de hooge alang- alang was alleen een streepje van de borstwering van Tapijang di Roem zichtbaar. Inschieten met Gr zou dus tot niets leiden. Daarom werd het vuur met G. K. T. (op 300 M.) geopend. Juist warende eerste twee schoten gevallen, toen de cavalerie de heuvelversterkingen ten Z. van l. (Zie de kaart) onbezet had gevonden, en daarvan onmiddellijk mededeeiing deed aan den colonnecommandant. Zeer juist zag de cavaleriecommandant in, dat men nu een punt had genomen, van waar de artillerie het geheele terrein tot zeker wel 1500 M. vèr kon beschieten. Dit werd ook gerapporteerd. Onmiddellijk zou nu de artillerie de steile en hier en daar met peper beplante hellingen opgaan. Twee muildieren werden voor de met K. geladen stukken ge spannen en deze dieren werkten hun treklast kranig naar boven. Op den heuvel aangekomen werd daar eene kleine versterking van 8 M. face met 1 M. hooge borstwering aangetroffen. Dit was de eemge plaats, waar de stukken in batterij kouden komen. Fluks staken de kanonniers voor ieder stuk een schietgat in de borstwering en nu werd het vuur op Tapijang di Roem geopend, welk vuur niet in gebreke bleef beantwoord te worden. Niettegenstaande het vrije uitzicht en den kleinen afstand waarop werd gevuurd, kon men door de alang-alang alweder de Gr. schoten met waarnemen. Gelukkig kwam de 3e G. in de borstwering te recht, waarop onmiddellijk het G. K. T. vuur werd aangevangen (350 M. T. 325). Dl. I, 1892.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1892 | | pagina 118