116 Na vier G. K. T. schoten zweeg 's vijands vuur plotseling. De artillerie bleef nog in batterij om zoo noodig den opmarsch der infanterie te steunen, doch wilde juist aanspannen, toen de chef van den staf plotseling eene vrij talrijke bende Atjehers ontdekte, welke uit Tapijang di Roem Westwaarts vluchtte. Schietregels voor het vuren met eene sectie op bewegende doelen bestaan er niet. Trouwens, men kan met eene sectie de grenzen van de verschillende onveilige zones niet vlug genoeg bepalen en heeft men die al bepaald, dan zal er meestal geen enkel projectiel overschieten, om den vijand, in bedoelde zone aangekomen, met een salvo te begroeten. De ondergeteekende (hier artilleriecommandant) had echter bij verschillende besprekingen over het inschieten de mogelijkheid van dit vuur voorzien en daarbij besloten, in een dergelijk geval aldus te handelen: Een schot doen op ruim den geschatten afstand, (bij een zich ver wijderend doel) en de plaats, waar dat projectiel springt, onthouden. Den vijand op die plaats aangekomen, onmiddellijk met den anderen vuurmond een schot nazenden en daarna salvo's doen met een O. II. welke opklimt naar gelang van de snelheid van het doel 1). Daar in het onderwerpelijk terrein de G. op 800 M. afstand zeker niet konden worden geobserveerd, zoo werden de stukken met G. K. T. (800 M.) geladen en het eerste schot gedaan. Dit bracht ver warring te weeg in de bende. Onmiddellijk daarop werd het 2e schot afgegeven, naar schatting met evenveel succes (een paar kerels toch vielen neer). Daar een volgend salvo binnen een minuut kon volgen en de Atjehers nog al beenen maakten, werd er met 200 M. opge klommen. Bij dit tweede salvo, dat wederom goed viel, stoof de bende uiteen. De marsch, die daarop naar Tjoet Ecli volgde had plaats over een weg, waarin verscheidene zeer zwakke bruggen voorkwamen. Zonder eeni'g oponthoud konden de stukken daar echter overheen trekken, daar de genietroepen te voren sesalcs van 1 M. breedte hadden vervaardigd, welke met drie kassoes 2) als onderliggers op de 1) Het spreekt van zelve, dat men dat alleen op kl. afstanden kan doen. 2) Rondhouten van 0,08 M. dikte.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1892 | | pagina 119