8 Van de hoeveelheid eiwit werd 48.25 gr. of 58.1 pCt. geleverd dooi de rijst, waarvan dagelijks 650 gram genuttigd werd. Met deze voeding konden volgens den berichtgever de leerlingen lichamelijk vrij zwaren arbeid verrichten, terwijl tot toen ter tijde nog nimmer gebleken was, dat de voeding onvoldoende moest genoemd worden. Nog andere gegevens brengt D». Nakahama bij, waaruit blijkt, dat in Japan in 't algemeen minder eiwit en ook minder vet verbruikt wordt, dan volgens de onderzoekingen van VoiT en Pettenkofer in Europa meestal het geval is. Evenwel, bevreemdend kan dit niet zijn, daar waar wij in Europa eveneens talrijke voorbeelden vinden van eiwitarme voedsels, bij het gebruik waarvan de bevolking niet temin krachtig en gezond blijft. Ook D\ C. Eijkman 1) is op grond zijner onderzoekingen en van anderen als Bleibtren, Pflüger en Borland, enz. tot de conclusie gekomen, dat terwijl de door Voit als minimum gevorderde hoeveel heid van 118 gr. eiwit zelfs voor een Europeaan als gemiddelde iets te hoog is te achten, dit minimum voor den Inlander bepaaldelijk veel te hoog is om onder normale omstandigheden het lichaam in stikstofevenwicht te houden en rekent hij daarvoor 72 gram eiwit per dag ruim voldoende. Zijn onderzoekingen stelde hij in bij een zevental leerlingen der dokter-djawa school te Weltevreden en een Inlandschen bediende (N°. 8) bij het laboratorium. Het onderstaande tabelletje geeft aan welke voedingsstoffen de personen, waarmede geëxperimenteerd werd, volgens weging en be rekening dagelijks in het genuttigde voedsel tot zich namen. (1) Gencesk. tijdschrift voor Nederldndsch-Inclïè 1891, doel XXXI, afl. 4.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1892 | | pagina 11