118 geleidelijk modderiger, doch leverde voor de paarden nog geen enkel bezwaar op. De rijpaarden bewogen zich zelfs nog gemakkelijk over dit terrein. Niet alzoo de muildieren. Deze weigerden spoedig te dragen of te trekken, niettegenstaande alle drie de dieren voor het stuk werden gespannen. Spoedig daarop gingen ze liggen en daar had men het lieve leventje aan den gang. De dwangarbeiders be vonden zich met de genietroepen aan het hoofd, en zoo zag zich de artillerie van alle hulp verstoken. De signalen, welke de infauterie der dekking afgaf, om de voorste troepen halt te doen houden, werden niet gehoord. Zoover het oog reikte, zag men dezelfde modderige massa langs het strand. Yan een en ander werd bericht gezonden aan den colonnecom mandant, tevens met het voorstel om het materieel op de tongkangs te doen laden, welke door de Benkoelen werden gesleept. Tegelijker tijd trachtte de artilleriecommandant door het geven van seinen in verbinding te komen met bedoelden oorlogsstoomer. De colonnecommandant zond spoedig 40 dwangarbeiders, terwijl de 4° compagnie, ziende dat het verband in de colonne was verloren gegaan, op initiatief van haar commandant terugmarcheerde tot moge lijke steuning van de artillerie. Nu werden de muildieren geheel van hunne vrachten ontdaan en uitgespannen. Manschappen en dwangarbeiders kapten en trokken om het hardst en zoo kwam de artillerie met dood vermoeide man schappen en paarden ten slotte aan de Koewala Bagoh. Men had bij dezen marsch te doen gehad met onwilgeen onvermogen der muildieren. Op een terrein, waar een paard met 106 a 114 K.G. beladen zonder eenig oponthoud kan door marcheeren, mag men dat ook wel ver wachten van een aangespannen muildier, dat slechts 80 K.G. draagt. De dieren zakten slechts tot aan de kooten in de modder; ze waren echter moede en dorstig en werden daardoor onwillig. Eerst om 5 uur in den namiddag was de artillerie in het bivak. Het overzetten had plaats gehad op de overdekte tongkangs. Op den linkeroever der Bagoh rivier was het slaan van koebruggen zeer lastig, zoodat enkele dieren van de tongkangs in het water werden gestooten en zoo aan wal kwamen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1892 | | pagina 121