120 van een ladder geen nut konde hebben. Alleen het terrein bij Paja Enjo maakte hierop eene uitzondering. De volgende dag (16 Juni) zou beginnen met een lastig gevecht de strijd nl. om een versperd défilé, dat verdedigd werd uit drie onzichtbare versterkingen. Verschillende coupures in den weg werden zonder oponthoud overgetrokken door het slaan van sesakbruggen. Door verregaande onhandigheid van een paardengeleider viel echter het lichtkogel- draagpaard in het water, tengevolge waarvan al de lichtkogelmunitie voor het oogenblik onbekwaam geraakte. Intusschen was de vijand reeds begonnen te vuren en kreeg de artillerie last het vuur te beantwoorden Op den 2,5 M. breeden weg kwam de artillerie iu batterij. De assen der stukken stonden nagenoeg tegen elkander en het eene stuk moest over het andere heen worden afgetrokken. Verder was de weg 1 M. hoog, terwijl de stukken een weinig schuin op den weg stonden. Onmiddellijk na ieder schot moest de geheele bediening als 't ware op het stuk aanvallen, om te voorkomen, dat dit naar beneden in de modder werd geslingerd. Van de positie des vijands was alweder niets te zien en het terrein liet niet toe de Gr. schoten te observeeren. liet vuur werd daarom geopend en voortgezet met Gr. K. T. op den geschatteu afstand (250 M. T. 225). Eerst werd de O. versterking onder vuur genomen met het gevolg, .dat het schieten daaruit minder werd. Uit de W. versterking nam het vuur echter in hevigheid toe en daar dit vuur meer enfileerend op den weg kwam, dan dat uit de O. versterking, zoo richtte de artillerie haar vuur thans tegen de W. versterking. Na een 10 tal schoten tegen de versterking te hebben afgegeven, bleef het vijandelijk vuur nog steeds aanhouden. Ongelukkigerwijze sprongen 3 G. K. T. achtereen niet. Daar de 3" compagnie intusschen door eene omtrekkende beweging in het bakoebosch den vijand in de linkerflank zou aanvallen, was de colonnecommandant beducht, dat deze compagnie door het artil lerievuur zoude kunnen worden getroffen. De volkomen onbekendheid met het terrein wettigde deze vrees. De artillerie kreeg daarom last

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1892 | | pagina 123