121 het vuur te staken, dat behalve voor do 3° compagnie ook voor de voorhoede en de vooruitsnellende geniesoldaten gevaarlijk kon zijn. Een onaangenaam kwartiertje brak nu voor de geheele colonne aan. Yan alle kanten snorden de kogels over den weg. Gelukkig dat door een bocht in den weg vele schoten links van de colonne terecht kwamen, anders waren de verliezen niet te overzien geweest. De artilleristen dekten zich zooveel mogelijk achter de stukken en hurkten rechts van den weg in de modder; de stukrijders bleven doodgemoe- delijk hurken onder de dieren. Gelukkig werd de aanval der 3e compagnie met succes bekroond. Ten 7 u 25' kreeg de artillerie last het vuur te beantwoorden, dat uit de richting van de Gedei kwam. Men wist toen nog niet dat men tegenover 's vijands hoofdversterking stond. De artillerie kwam in batterij op 250 M. ten W. van de Gedei. Yoor de stukken was een alang-alang veld, waarboven men duidelijk den rook van 's vijands salvo's zag. Indachtig aan het verrassend optreden des vijands in 1889 in de alang-alang velden, werden in het terrein vóór de sectie onmid- dellijk na het in batterij komen 4. K. schoten afgegeven. Hier door werd tevens het uitzicht op 's vijands stellingen iets verbeterd. Er werd met G. K. T. ingeschoten, waarbij de observatie geene inoeielijkheden opleverde. De stukken werden met richtlood en quadrant gericht. De vijand ging nog steeds door met zeer regelmatig salvo's te geven, waardoor een fuselier, die naast het rechterstuk was gehurkt, werd gewond. De artilleriecommandant kwam op het denkbeeld, om 's vijands salvo's aandachtig gade te slaan, ten einde ze nagenoeg gelijktijdig te kunnen beantwoorden. Vermoedelijk toch zou de vijand zich bij het vuren eenige oogenblikken bloot geven.- Met het oog op den ge ringen vluchttijd (nog geen seconde) was het mogelijk den vijand nog tijdig te bereiken. Tot twee malen toe werden de artillerie salvo's gelijk met die des vijands gewisseld, waarop de tegenstander plotseling het hazenpad koos, althans er werd geen schot meer ge lost. Vermoedende dat de vijand terugtrok, werd hem nog een salvo met G. K. T. met eene opklimming van 100 M. nagezonden. DO

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1892 | | pagina 124