SAMENSTELLING DER COMPAGNIE YAN HET YELDBATALJON. Het doei van dit schrijven is om de samenstelling der compagnieën van het veld bataljon nog eens aan eene bespreking te onderwerpen, omdat wij, in strijd met de meening in het Ind. Mil. Tijdschrift van 1889 verkondigd, het denkbeeld zijn toegedaan, dat de voordeelen van het samenvoegen van Europeanen en Inlanders bij dezelfde compagnie de nadeelen verre overtreffen. Wij gronden deze meening voornamelijk op het volgende. Vroeger toch werd over het algemeen eene dergelijke samenvoe ging van Europeanen en Inlanders voor het gebruik te velde aanbe volen. Wij vinden o.a. in het journaal van den generaal M. Yan Geen (Tijdspiegel N° 2 van 1885): „Op de verschillende tochten, welke ik in Palembang, op Sumatra's „Westkust, Celebes en Java met Inlandsche troepen gemaakt heb, is mij „ten volle gebleken, welke waarde zij als soldaten bezitten, enz." „De Javaan en evenzoo de Balinees bezit over het algemeen weinig „moed. De dienst door de Javaansche militairen gepresteerd stond dan „ook altijd in evenredigheid tot het aantal der Europeesche soldaten, het- „welk zich bij eene colonne bevond. Was dat aantal der Europeanen groot, „dan had men ook meer dienst van de Javanen en omgekeerd." De majoor der infanterie P. M. la Gort Dillié zegt hierover in zijne bijdrage tot de kennis der oorlogvoering in de Ned. O. I. Gewesten. „Goed gesloten en in vereeniging met andere natiën (Europeanen of „Afrikanen) en goed aangevoerd, trekken zij (Javanen) den vijand rustig „tegen en blijven kalm bij tegenspoeden. Hun minder krijgshaftig voor- „komen en hunne veel geringere lichaamskrachten, in vergelijking der „zooevengenoemde natiën, maken hen minder geschikt den schok te weer- „staan, waarom wij hen in colonneformatie steeds in het midden en in

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1892 | | pagina 129