138
officieren, die thans bij andere bezoldigingen vergeleken onevenredig
laag zijn, eenigszins verbeterd worden.
Wij zullen ons thans gaan bezighoudeu met de vraag, op welke
wijze in den dienst voorzien moet worden van den officier, die bij de
compagnie gesupprimeerd behoort te worden.
Evenmin als het voorstel tot vermindering van het officierskader,
zijn ook de middelen nieuw die ik hier zal aangeven om in de lagere
bevelvoering te voorzien. Toch kan het geen kwaad er weder eens de
aandacht op te vestigen, daar eene goede promotieregeling eene zaak
van te groot gewicht is dan dat niet ieder verplicht zij, om zijn
steentje aan te dragen ter voltooiing van het gebouw onzer
wenschen.
In het kort, ik zou wenschen om bij de Eur. compagnieën den
3enofficier te vervangen door een onderofficier in den graad van adjudant
onderofficier of militair opzichter en om bij de Inl compagnieën een
Inl. officier in zijn plaats te stellen.
Beide categoriëen hebben wij in het leger gehad, beide hebben
fiasco gemaakt. Moet dit een reden zijn om nu de zaak maar te
laten rusten en van verdere proefnemingen af te zien?
Neen, want ik vermeen dat niet zij zelve, maar wel de wijze waarop
men uitvoering aan het idee heeft meeneu te moeten geven, oorzaak
is geweest van de minder goede resultaten welke men vau de inge
voerde regeling zag.
Wie, die reeds een jaar of vijftien in ons liefelijk Insulinde onge
straft onder de palmen heeft gewandeld, herinnert zich niet uit zijn
jonge jaren de categorie van adjudanten-onderofficier dd. officier ik
vind dat die titel wel wat kleiner had kunnen zijn arme stumpers,
die voor het pover tractement van f 2.50 daags, dezelfde diensten
hadden te verrichten als de luitenants, die meer dan het dubbele van
hunne inkomsten daarvoor genoten.
Bovendien slechts half geduld in de officiersklingen en toch door
dien omgang met officieren uitgesloten van de cantine en den omgang
der vroegere kameraden, vormde zijne betrekking wel de ongeluk
kigste visch-noch-vleesch positie die ooit in het leger geschapen is.
Ten einde raad vroeg dan ook menigeen onder hen weder
plaatsing als gewoon adjudant-onderofficier bij den troep, terwijl