145 alweer niet op) omdat (of liever als) die menschen het gewone Fransch spreken. In Indië spreken echter de Inlanders en vreemde Ooster lingen in den regel niet het Maleischmaar brabbel-Maleisch en daarom zal iemand die alleen het Maleisch kent, daarvan in Indië niet veel pleizier beleven. Hij zal in de practijk meer nut hebben van Laag-Maleisch, dat men dan ook inderdaad het Volapiik van onze Koloniën kan noemen, en dat zich staande zal houden, omdat het nu eenmaal evenveel reden van bestaan heeft als elke andere taal. Ik beroep mij tot staving van dit mijn beweren op het oordeel uitgesproken in de 2e van de hierachter overgedrukte beoordeelingen van mijn boekje; hoewel de schrijver daarvan blijkbaar onbekend wenscht te blijven, zal het den heer Nijland niet veel moeite kosten om te begrijpen dat we hier met eene autoriteit op het gebied van Maleisch te doen hebben. Waar deze zich omtrent het doen ver dwijnen van het Laag-Maleisch geen illusie schept, laat ik die taak bescheidenlijk aan den heer Nijland over. Hij zal uit die beoordeeling tevens zien, dat zijne vrees dat mijn boekje „gevaarlijk" zou zijn ongegrond isde heer Nijland zal zich dus wel kunnen voorstellen dat ik, het gezag van zooeven bedoelde autoriteit eerbiedigende op dit gebied, volkomen gerust ben. Wij moeten nu eenmaal roeien met de riemen die we hebben, al zijn ze nu niet van de fraaiste. Maar iedereen moet leeren ze te gebruiken, en daarin eenige hulp te ver- leenen, dat is het eenige bescheiden doel van mijn boekje. Op blz. 555 valt de heer Nijland inijne logica aan, omdat ik niet, zooals hij schijnt te verlangen, alle Ilollandsche woorden öf geheel onveranderd öf volgens de verbasterde uitspraak, die daaraan door Inlanders wordt gegeven, gebruik. Ik erken dat de criticus in dit eene bepaalde geval gelijk heeft, omdat de Inlander het woord „geweer" inderdaad als „kewèr" uitspreekt, doch met de logica heeft dit niets uitstaande. Of wat zegt de heer Nijland er wel van, dat wij in het Ilollandsch spreken van „natie" in plaats van „nation", van „felici- teereu" in plaats van „feliciter", terwijl wij tal van andere woorden en uitdrukkingen geheel Fransch laten, als „faute de mieux", „laisser- aller" en zoovele andere waarvoor we dikwijls nog wel gezonde Hollandsche woorden hebben, terwijl tal van technische termen in de Indische kazernes gebruikt worden met verbasterde uitspraak, voor

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1892 | | pagina 148