149
opleiding te geven. De wederzijdsche verhouding, de geschiktheid
van onze Inlandsche troepen, alles zou er Lij gewonnen hebben. Maar,
die kans is verkeken. Het „Kazerne-Maleisch" heeft voor goed zijn
plaats veroverd en behoort nu ook als zoodanig te worden geaccep
teerd door allen, die geroepen zijn een gedeelte van hun leven in de
Indische tangsi door te brengen. Tot hiertoe was deze taal nog
slechts bij de ter plaatse ingewijden bekend, zoodat van hier nieuw
uitgezonden militairen geene gelegenheid hadden zich vóór hunne
komst in Indië daarvan op de hoogte te stellen. Wat natuurlijk
altijd een groot gebrek moet zijn geweest en tot allerlei dwazezoo
niet schadelijke verhoudingen aanleiding zal hebben gegeven. Thans
kan dit echter anders worden. Terwijl ongeveer een jaar geleden
de kapitein Lawick van Pabst een werkje over het hier besproken
Maleisch in het licht gaf, treedt thans een kapitein der genietroepen
met eene meer volledige handleiding op, die ivij gaarne aanbevelen
en in handen wenschen van allenwier bestemming het is Koningin
en Yadetland in gindsche gewesten met den zwaarde te dienen. Het
boek is geheel en al voor zelfstudie ingericht en ieder, die er de proef
van neemt, zal de ervaring opdoen, dat zulk een taaltje desnoods
gedurende de reis naar Indië gemakkelijk kan worden aangeleerd
Naast twintig Maleische woorden, die men in gewone omstandigheden
zal noodig hebben, staan er tien, waarvan men zich spoedig zal gaan
verbeelden, dat men die bij ons thuis ook wel eens heeft gehoord.
Ik noem alleen strap (voor straf), kopral (korporaal), poerier, sèrsan,
stamboeknoemeraantree (aantreden), diensdoen (dienstdoen), reparatie
menit (minuut), zonder permissiemik (mikken), enz. Zelfs ons voeg
woordje en vinden wij herhaaldelijk door en aangegeven, hoewel de
woordenlijst, een weinig inconsequent, daarvoor het goed Maleische
dan vermeldt.
Op de laatste bladzijde vindt de gebruiker een lijstje met errata,
waarin echter lang niet alle drukfouten zijn opgenomen. Zoo lezen
wij nog op bladz. 5 koeloe voor kaloe\ bladz. 14 kapang voor kapan\
bladz. 23 toedjoe voor toedjoeh bladz. 25 roemak voor roemah en
demom voor demem\ bladz. 31 soeda voor soedahbladz 33 gadgih
voor gadjihbladz. 36 goeting voor goentingenz. Op bladz. 15 is
het woordje: bagitoe eenmaal uitgevallen. Ook de „taalregels" zullen