156
Onbillijk zoude het zijn zoo wjj niet erkenden, dat werkelijk hier
en daar pogingen in het werk worden gesteld door de hoogere chefs,
om aan het euvel waarop wij wezen te gemoet te komen.
In enkele garnizoenen toch, is het den compagniescommandanten
vergund, om bij velddienstoefeningen en mi itaire marschen te paard
bij den (roep te verschijnen. Dit is de ware manier om liet te leeren
de eerstbeginner kan nu bij zijne eigene compagnie en zonder zenuw
achtig makende overhaasting zijn paard aan den troep wennen en zich
zelf meer inwerken in de nieuwe wijze om voor den troep te ver
schijnen.
Jammer echter dat niet in alle garnizoenen den kapiteins bovenge
noemde vrijheid gegeven wordt. Menig chef heeft het niet bijzonder
op bereden kapiteins begrepen en eischt alleen van zijne subalterne
officieren dat deze uitstekende voetgangers zijn.
Nu spreekt het van zelve dat elk officier, die bij den troep dient,
goed moet kunnen marcheeren, doch bedrevenheid in rijden en
mareheeren kan gepaard gaan, en nog nimmer heeft een officier, voor
zoover mij bekend is, door het leeren besturen van zijn paard bij den
troop schade geleden aan zijne marschvaardigheid.
Verrreweg het beste zoude het dan ook zijn, zoo het legerbestuur
zich de zaak aantrok en haar bij A. O. regelde.
Vreest men echter dat dan opnieuw stemmen zullen opgaan om aan al
do infan eriekapiteins, dan wel aan de oudste helft, van hen, paarden-
fourage toe te kennen? Zoo ja, dan bewijst dit alleen dat ook daar
de onbillijkheid gevoeld wordt, die er in gelegen is dat aan magazijn
meesters, kwartiermeesters zonder geldelijk beheer en tal van andere
officieren, die nimmer te paard zitten, voor een of twee paarden fourage
wordt toegekend, terwijl deze door den kapitein, die zich ook in
's lands belang in het rijden oefent, uit zijn eigen zak moet betaald
worden.
Doch dit is niet het eenige dat op zijn beurs nederkomtom een
paard te kunnen onderhouden moet men het eerst aanschaffen en
niet ieder infanterieofficier heeft zulk eene gespekte beurs, dat hij
3 a 400 gulden contant kan betalen voor een redelijk rijdier.
In dit opzicht genieten de officieren der bereden wapens aanmer
kelijke voorrechten boven die der infanterie Moeten dezen toch steeds