169 Niet altijd wordt aldus gehandeldsoms wordt de commissie van herkeuring geroepen, zoodra iets is afgekeurd. Dan moeten de arbiters beslissen en geven zij den aannemer tijd om betere waar te leveren. Bij de vroegere regeling ging men daartoe ook doorgaans over, direct na de eerste afkeuring. Nemen wij aan, dat dit geschiedde in de meening, dat de aannemer per se de door hem aangeboden waar zal goed achten en dus natuurlijk van het tegenovergestelde oordeel is als de keurders. Het blijft echter steeds noodig, dat de commissie van keuring zich daarvan overtuigt en dat zij steeds vraagt: Kunt gij om zoolaat betere waar leveren? Hoe gehandeld moet worden met de levensmiddelen, die dagelijks worden gefourageerd (vleesch en brood), is in de voorwaarden van aanbesteding niet te vinden. Art. 105 van het reglement op den garnizoensdienst regelt het fourageeren van vleesch. Ik zal mij niet bezighouden om na te gaan, wat op grond van dit art. 105 behoorde plaats te hebben. Yoor ons is 't voldoende te constateeren, dat de officier van piket met het fourageeren evengoed wordt belast als met de keuring van levend vee (art. 102). Dit is niet in overeenstemming met art. 13 1 (1) b der voor waarden waar gesproken wordt van officieren der week. Enfin 't is slechts een kleine onnauwkeurigheid; rationeel is het, dat deze dage- lijksche fourageering plaats heeft door één officier en niet door de gezamenlijke officieren der week. Maar treedt deze officier nu ook geheel in de rechten en verplichtingen van de commissie van keuring Het staat nergens, maar 't is m. i. rationeel. Bij garnizoensorder werd hier ter plaatse 1 Juli j. 1. de nieuwe keuriugsmethode in werking gesteld; daarin komt voor de zin: „de officier van piket handelt bij het afkeuren van vleesch en de officier van den dag bij het afkeuren van brood op gelijke ivijze(als de commissie van keuring). Toch verricht de officier van piket beide diensten. Is dit in andere garnizoenen evenzoo geregeld? Indien nu vleesch of brood wordt afgekeurd, zou dus de officier van piket den aannemer tijd moeten geven om betere waar te leveren

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1892 | | pagina 172