16 dus bevestigd wat de schrijver van het artikel „Vleesch met of zon der been in dit rijdschrift op blz 124 van den jaargang 1891 tweede halfjaar, meende te mogen aannemen. Duidelijk blijkt dus, dat het ration rundvleesch niet bitter klein is en dat indien vleesch met been geleverd wordt, zulks wel degelijk is overeenkomstig de bedoeling van het tarief. Op dien grond brachten wij dan ook bij de berekening der voedingswaarde van het ration een zeker percent voor beenderen in mindering. Met dit vraagstuk hangt wijders ten nauwste samen de quaestie der verteerbaarheid. Eiwit afkomstig uit het dierenrijk, is in het algemeen meer en beter verteerbaar, dan dat van plantaardigen oor sprong en van daar dan ook, dat in een goed voedingsregime een bepaald deel van het eiwit moet zijn dierlijk eiwit, Kirchner slaat voor 33 pCc. voor vredestijd en 50 pCt. voor oorlogstijd. Brengt men alleen de gouvernementsvivres in rekening, dan be draagt de hoeveelheid dierlijk eiwit ongeveer 50 pCt. en neemt men bovendien nog in aanmerking, dat uit de menage dierlijk voedsel verstrekt wordt, dan is die hoeveelheid ongeveer 60 pCt. van het in totaal verstrekt wordende eiwit. Deze cijfers toonen dus aan, dat de verhouding zeer in het voordeel is eener licht verteerbare voeding. Met het oog op den eisch in den aanhef van dit opstel onder a, gesteld, leidt het vorenstaande ons dus tot de navolgende conclusiën. le. Zijn behoudens een kleine suppletie aan vet, de van gouver- nementswege volgens tarief N°. 15 aan de Europeanen verstrekt wordende voedingsmiddelen voldoende, om gebaseerd op de cijfers en gegevens van VoiTeen rationeele voeding te waarborgen, de hoe veelheid eiwit is ruim voldoende, de verhouding tusschen N. houdende en N. vrije voedingsmiddelen is normaal (1 5) terwijl het per centage aan dierlijk eiwit (50 pCt. bedingende) hooger is, dan als minimum voor Europa wordt aangenomen. 2°. Kan de voeding in het garnizoen in het algemeen zeer krachtig genoemd worden de hoeveelheid eiwit, welke verstrekt wordt is tamelijk groot, de verhouding tusschen N. houdende en N. vrije voedingsmid delen is zeer gunstig (1 4.5) zonder daarom abnormaal te zijn, terwijl het percentage aan dierlijk eiwit (60pCt.) zelfs zeer hoog is. Wordt vervolgd).B. W. C. G. Yries.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1892 | | pagina 19