20?
Deze bediening wordt dan tot 4 a 6 man aangevuld met vesting
artilleristen uit de versterking.
Uitsluitend dienen deze stukken om als positiegeschut dienst
te doen.
Bij het gevecht op den 21en werd de aanval uit 5 vuurmonden
(positiegeschut) voor den Boekit Panas voorbereid. Dit zou men
zooveel mogelijk overal moeten toepassen. Yoor 's vijands hoofd
versterking moet men steeds trachten zooveel mogelijk geschut in
batterij te brengen. Is de hoofdversterking genomen, dan kan de
positieartillerie teruggaan en de mobiele artillerie de colonne volgen.
Indien men na de inname van Pedawa Pontong, nog meer artillerie
had noodig gehad voor het beschieten van de stelling Niboeng-Toe-
alang-Mata Ajer dan had daartoe het voorhanden positiegeschut
(2 kanons van 8cm Yeld en 2 van 8cm Berg) dat dien dag op den
Boekit Panas bleef, langs den hoofdweg naar Pedawa Pontong
kunnen oprukken.
Yoor tijdelijk optreden bezit het lichte positiegeschut dan ook zeer
veel waarde, vooral oindat het zenden naar het oorlogsterrein zooveel
minder moeite en omhaal te weeg brengt, dan het zenden van mobiele
(bereden) artillerie.
3e. Afstanden waarop is gevuurd.
De kleinste afstand waarop is gevuurd bedroeg 200 M. met Gr.
Grkt. en K. De grootste afstand bedroeg 1650 M. met Q-kt. en 1700
M. met Gr. Zeker 90 °/0 der schoten zijn gedaan op 400 M. en daar
beneden.
Het vuren op middelbare en groote afstanden is gebleken zeer
verkeerd te zijn.
Meestal vuurt men dan op versterkingen, die niet bezet zijn, of
mochten ze wel zijn bezet, dan verlaat de vijand ze tijdelijk en dekt
hij zich ergens in het terrein waar geene scherven of kogels hem
kunnen bereiken.
AVanneer dan later de infanterie, in de meening dat de artillerie
den vijand heeft verdreven, ten aanval vooruitgaat, wordt ze behoorlijk
met geweervuur ontvangen.
Indien de infanterie de artillerie dan niet maskeert, kan de laatste