215
Alle gasafsluitende deelen waren toen nog volkomen bekwaam,
doch hadden vele vlekken.
Reeds na den eersten tocht naar Oleh Gadjah was alle machine
olie (3 L. per stuk) verbruikt.
Gemiddeld zijn er 225 schoten per vuurmond gedaan.
De kanonnen van de Atjeh-sectie verkeerden in gunstiger omstan
digheden, dan die van Java, aangezien ze na het uitrukken steeds
binnen de versterking werden gebracht en daar werden opgesteld
op een overdekt bastion.
Indien de artillerie langere excursiën in de nabijheid der zee had
gemaakt, dan zou het zeer goed mogelijk zijn geweest, dat de St.
vuurmonden in zeer verwaarloosden, zoo niet onbekwamen toestand
waren teruggekomen.
Het bezit van een Br. kanon zonder gasafsluitende deelen zou
zeker voor de bergartillerie niet te versmaden zijn.
Zoolang de muildieren gewillig zijn en het terrein hunne beweging
toelaat, voldoet het bergmaterieel, wat zijne lichtheid betreft, zeker
aan alle redelijke eischen. Geheel anders wordt dit echter indien
de dieren ons in den steek laten. In dat geval zou het materieel zelfs
door koelies moeten worden gedragen. Aannemende, dat in Atjeh's
heet klimaat de koelievracht 20 K. G. per hoofd niet te boven mag gaan,
zou men voor het dragen van eene sectie kanons met 16 gevulde muni-
tiekisten 62 koelies noodig hebben. Rekent men nu nog voor reserve
koelies en voor het dragen van vivres en tandoes voor genoemde
62 koelies 18 man, dan moet het gemis van dieren door 80 koelies
worden vergoed, voorwaar geen kleinigheid.
Deze omstandigheid zou waarlijk wel tot de overweging mogen leiden,
speciaal voor excursies lichter bergmaterieel in te voeren, bv. een
Br. kanon van 60 K.G. (3 mansvracht) met affuit van 120 K. G.
(6 mansvracht) en bijbehoorende iichtere munitie. De ladingen op
2 K. G. stellende, zou men dan voor 100 schoten slechts 10 koelies
noodig hebben. Een dergelijke sectie zou dan slechts 28, in stede
van 62 koelies vereischen.
Omtrent het materieel is verder nog opgemerkt:
1®. dat nieuwe remtouwen te kort zijn voor remmen op reglemen
taire wijze.
