1/ v 216 2e. dat de remtouwen ook te zwak zijn. 3e. dat de opzet bij het vuren op kleine afstanden tegen het stelrad klemt. 8e. Munitie. De munitie verkeerde in haar geheel in zeer goeden staat. De tijdbuizen der G. K. T. waren alle fonkelnieuw en hebben daardoor zeer regelmatig gebrand. De mortiermunitie bleek spoedig te bederven bij minder zorgvul dige opbewaring, z. a. uit den aard der zaak bij het bivakkeeren Diet is te vermijden. Over 't algemeen bestaat bij alle munitie het groote gevaar, dat door nat worden alles kan bederven. Zoo viel bij een overtocht door eene lagune een munitiekist in het water en terstond waren 7 kardoezen onbekwaam. Yan het in brand schieten van de gedei Bagoh moest worden afgezien, omdat alle lichtkogelmuDitie onbe kwaam was geraakt. (1) Daar men bezwaarlijk de munitiekisten geheel waterdicht kan maken, zoo moet men trachten, dit met de kardoezen en projectielen te doen. Eerstgenoemde zoude men in bladtin kunnen wikkelen en daarna in schellakvernis doopen. De projectielen zoude men water- dicht kunnen maken, door den kop met buis en al in de schellak te dompelen, na voorafgaande verwarming. Op deze wijze toegerust kunnen de munitiën het wel een paar y4<>minuten onder water uithouden. Yan brandstichtende projectielen had men in vele gevallen zeer veel nut kunnen hebben. In vele versterkingen toch bevonden zich met atap gedekte huisjes, welke bij het in brand raken den Atjehers het verblijf achter de wallen zeer lastig zouden hebben gemaakt. Brandt eene versterking eenmaal, dan is 's vijands vuur niet meer te vreezen en dan kan de infanterie snel oprukken, om den vijand den terugtocht af te snijden. Ook zullen de pogingen, die de vijand in het begin aanwendt voor het blusschen van den brand, hem vele offers kosten tengevolge van het inmiddels af te geven G. K. T. vuur. (1) De lichtkogels waren alleen voor het oogenblik onbekwaam.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1892 | | pagina 221