221
geschikte plaats in batterij gekomen. De voorhoede gaat daarna
kalm vooruit en lokt 's vijands vuur uit, om te weten te komen of
de versterkingen zijn bezet.
Op die manier krijgt een vijand, welke slechts van plan is terug
trekkende te vuren zeer weinig troepen onder schot. Houdt hij echter
ernstig stand, dan komt natuurlijk de hoofdmacht ook in actie, doch
dan kan de artillerie ongestoord haar vuur voortzetten, daar geene
troepen haar maskeeren.
Mocht het terrrein zoo gunstig voor verrassingen zijn, dat men
de artillerie niet bij den hoofdtroep durft te laten, dan is hare plaats
aan het hoofd van de hoofdmacht.
Een enkele maal is de artillerie afzonderlijk opgetreden.
Den llen Juni bv. kwam de artillerie geheel gescheiden van
de overige troepen ten Z. van den Roembia in batterij. Deze handel
wijze verdient overal op ruime schaal te worden toegepast. Men
voorkomt dan dat groote infanterieafdeelingen toeschouwers zijn van
het beschieten van versterkingen en noodeloos zijn blootgesteld aan
's vijands vuur.
Zoo kan men bv. bij den strijd om een défilé de artillerie gedekt
door eene compagnie afzonderlijk laten optreden. Zoodra het vuur
van den vijand zwijgt, kan dan de hoofdmacht oprukken.
Ook dan voorkomt men dat troepen noodeloos worden blootgesteld.
Gedurende den geschutstrijd tegen versterkingen is het noodig,
dat de infanterie tegelijkertijd eene omtrekkende beweging make.
Eene afdeeling, die omtrekt moet echter eerst volkomen op de hoogte
worden gesteld van de richting van het artillerievuur, en dient dan
zelve te zorgen buiten het bereik der projectielen te blijven. Zoodra
het vuur des vijands zwijgt voor het artillerievuur, moet het storm
signaal voor de omtrekkende colonne worden gegeven.
Als axioma kan men aannemen, dat als de artillerie op eene ver
sterking behoorlijk is ingeschoten de vijand daar niet in kan blijven.
Ontdekt nu de omtrekkende infanterie den terugtochtsweg des vijands,
dan behoeft ze niet aan te vallen, maar kan ze den vijand de meeste
verliezen toebrengen door hem bij den afcocht te bestoken.
Daar waar men den vijand bij den aftocht niet kan beschieten,
zal men doorgaans weinig dooden en gewonden maken, daar het