- 222
schijnt, dat de Inlandsche vijand zoo lang wacht tot slechts een
projectiel goed getroffen heeft, waarop hij de vlucht neemt. Yan daar
dat over het algemeen zoo weinig gesneuvelden werden gevonden in
versterkingen, die alleen door artillerievuur waren ontruimd. Nu is
het ook zeer goed mogelijk, dat de Gf. K. T. vele niet doodelijke
kwetsuren hebben te weeg gebracht.
De wenschelijkheid is gebleken, dat de hoornblazers en trompetters
op de hoogte zijn der signalen van alle wapens, die bij marschen en
gevechten voorkomen, ten einde ze behoorlijk te kunnen overnemen.
Zoo ondervond de artillerie eens oponthoud en wenschte zij de
voorste troepen te doen halt houden, ten einde haar in te wachten.
Geen infanterist echter die het signaal „Halt" der artillerie begreep,
terwijl men bij de bereden wapens de hoogst noodige signalen mist,
welke wel eens in de colonne worden geblazen.
Marcheert bv. eene batterij in de colonne en nemen de trom
petters de signalen niet over, dan is het zeer goed mogelijk, dat door de
groote lengte, die de artillerie beslaat, de signalen van de vóór haar
marcheerende infanterie niet worden gehoord door die welke achter
haar marcheert, indien de trompetters de signalen niet aau de hoorn
blazers overgeven.
Zoo behoort men bij de bereden wapens signalen te hebben voor
het geheelde voorhoedebenevens signalen voor alle vier de compa
gnieënattaJceeren enz.
Ten slotte behooren de officieren en onderofficieren de gevechts-
en bewegingssignalen van alle wapens te kennen.
De artillerie heeft zelden bij het vuren achter terreindekkingen
gestaan. Den 13en Juni beschoot ze Tapijang di Roem van uit eene
verlaten vijandelijke versterking; den 21en Juni stond de sectie van
8cm Berg op de N. helling van den Boekit Panas in vooraf gegraven
emplacementen slechts tot eene hoogte van 0,4 M. gedekt.
Ook nam de bergbatterij op dien dag stellingen in op heuvels,
zoodanig dat ze gedeeltelijk achter den kam was gedekt. Gezichts
dekkingen kwamen echter herhaaldelijk voor, o. a. bij de beschieting
van Kota Nawas, achter struiken, en bij de tochten naar Oleh Gadjah
dekte de artillerie zich herhaaldelijk in de hooge alang-alang.
Bij herhaling bleef de rook bij het vuren in de vochtige alang-