- 226
geweren van het kaliber 11 en 11.4 mM. werden de volgende ver
schillen gevonden
50% hoogtespr. 50% breedtespr. 50dieptespr.
Kal. 11 mM. 0.785 M. 0.50S M. 20 M.
Kal. 11.4 mM. 0.958 M. 0.658 M. 24 M.
Met het kaliber 11.4 mM. kan nog voldaan worden aan den eisch
in 65 A. voor de trefkans gesteld. Is van een geweer de mon
ding of de kamer uitgesleten, dan is dit gewoonlijk aan ongeoorloofd
poetsen te wijten.
Voor ons doel is het voldoende te weten, dat met een geweer
van het kal. 11.4 mM. op 600 M. eene meerdere totale dieptesprei
ding van hoogstens 5 X 4 M. of 20 M. verkregen wordt.
Van meer gewicht is het verschil in clraclit van de verschillende
geweren. Zooals in 21 A. wordt verklaard, zijn er geweren, die
met den normalen vizierhoek te hoog of te laag schieten. Bij een
proef met 6 geweren van het kaliber 11 mM., vurende van den bok,
vielen de middelste trefpunten op 600 M. in het horizontale beeld
op 585, 610, 613, 619, 627 en 628 M. De middelste trefpunten
lagen dus reeds in eene diepte van 43 M. Nu is de 50% diepte
spreiding van het enkele geweer op 600 M. in ronde cijfers 20 M.
en dus de totale dieptespreiding (99.3%) ougeveer 80 M., zoodat
de schoten dezer 6 geweren zich in het horizoutale beeld zullen sprei
den, als volgt:
van het kortst schietend geweer tusschen 545 en 625 M.
van het tweede 570 650
derde a 573 653
vierde a 579 659
a vijfde 587 667
verst schietend B 588 v 668
De geheele dieptespreiding van den bundel dezer 6 geweren be
draagt dus reeds 123 M.
De breedtespreiding van dezen bundel is in vergelijking van de
dieptespreiding zeer gering. De middelste trefpunten lagen resp. op
0.76.M. links, 0.03 M. links, 0.14 M. rechts, 0.16 M. links, 0.56
M. links en 0.02 M. rechts van het mikpunt. De totale breedte
spreiding van het enkele geweer op 600 M. is in ronde cijfers 2