228 het richten; het voortdurend schieten maakt menig schutter zenuw achtig, kortom het aantal fouten is talrijk en het gevolg er van is, dat vooral de dieptespreiding aanzienlijk toeneemt. Fouten in de breedte zijn veel geringer. Wel worden niet alle geweren op het aangewezen punt van het doel gericht, maar toch meestal op het doel. (Bij eene gevechtsoefening op een doel in gesloten orde met tusschen- ruimten zag ik echter van eene afdeeling Inlandsche soldaten ver scheidene schutters op een nevendoel vuren.) Uit talrijke schietproeven bij verschillende legers is afgeleid, dat de spreiding van den bundel van zéér goed geoefende schutters on geveer 21 2 maal en van middelmatige schutters ongeveer 5 maal zoo groot is als de normale spreiding van het enkele geweer. Wordt nu een bundel schoten in een horizontaal vlak opgevangen (1), of wel, vangt men de schoten in verticale schijven op en herleidt men de verkregen beelden tot één horizontaal beeld, dan merkt men oin het middelste trefpunt van den bundel een sterk getroffen ge deelte op, waar de trefpunten dichter bij elkander vallendit ge deelte wordt de kern genoemd. Het gedeelte van den bundel vóór, achter en zijwaarts van de kern, waar de treffers wel meer verspreid, maar toch nog regelmatig liggen, wordt de enveloppe genoemdhet overig gedeelte vóór en achter de enveloppe, dat zéér dun met tref punten bezaaid is, noemt men sleep of staart. Tot juistere bepaling is men overeengekomen om in de kern 50 en in de kern met enveloppe te zamen 90°/o treffers te teilen. Hoewel de afmetingen van kern en bundel afhangen van de geoefend heid der schutters, is het toch moeilijk vooi de afmetingen van de kern en enveloppe bepaalde grenzen te stellen. Gewoonlijk stelde men de breedte der kern in meters gelijk aan éénmaal het aantal hectometers van den afstand, en telde dan in die breedte vóór en achter het middelste trefpunt 25 °/0 treffers. Zoo doende verkreeg men bij het schieten van een bundel op 700 H. voor de diepte der kern met zéér goede schutters 75 M. en met middelmatige schutters 145 H. De breedte van de enveloppe werd gewoonlijk gelijkgesteld aan die van den (1) Te 'sHage worden de treffers op het natte zeestrand opgevangen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1892 | | pagina 233