231 geweer zijn de 50 °/0 hoogtespreidingen genormaliseerd en vormen eene reeks van de 3® orde, terwijl de invalshoeken gerangschikt zijn tot eene reeks van de 2® orde. Bij beide geweren neemt de 50 °/0 dieptespreiding met den afstand af. Yan het Duitsche geweer, kal. 11 m.M. en van het onze vormen wel de invalshoeken eene reeks van de 2® orde, maar zijn de 50 °/0 hoogtespreidingen niet ge normaliseerd. De invloed hiervan is uit het volgend staatje te zien 50°/0 dieptespreiding van den bundel van middelmatige schutters. Dat van ons geweer de dieptespreiding kleiner is dan van de andere geweren vindt zijne oorzaak in de mindere aanvankelijke snelheid en kleinere metaalbelasting van den kogel, waardoor de banen minder gestrekt en de invalshoeken grooter zijn. Zonder groote onnauwkeurigheid kan dus worden aangenomen, dat voor ons geweer voor de afstanden, waarop het bundelvuur wordt toegepast, de normale 50 °/0 dieptespreiding van zéér goede schutters 50 M. en van middelmatige schutters 100 M. bedraagt. Afstand. Aederlandsch. Fransch. Duitsch. Indisch. 100 M. 132 M. 136 M. 133 M. 106 M. 200 125 SS O CO v—t 116 99 300 116 123 112 92 400 108 117 108 90 500 102 111 105 s 92 600 98 107 O r-H 95 700 CD SS 102 109 104 800 CD CO SS 99 115 114 900 91 96 127 124

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1892 | | pagina 236