20 het niet raadzaam achtte de twee hoofdstammen, waaruit volgens hem de recruten bestonden, te vereenigen. De le compagnie kreeg 112 recruten, die afkomstig waren van Widaboh, C. Palmas, Garrawaij, Berreby en San Pedro en de 2e compagnie 75 recruten, afkomstig van Sinae en "War Country. Yoor zoover ik thans de zaak kan beoordeelen is deze afscheiding niet strikt noodig geweest, want een in het oogloopend verschil van karakter bestaat er tusschen de verschillende stammen niet; ook dragen zij elkander hoegenaamd geen vijandschap toe. Uit hetgeen later volgt blijkt, dat de 2e compagnie zich over het algemeen minder gunstig gedroeg, doch dit lag niet zoozeer aan de mindere waarde der recruten, dan wel aan den slechten invloed, dien de tolken wisten uit te oefenen. Hierboven reeds zeide ik, dat van de 17 tolken slechts enkelen Engelsch spreken; dit wekte natuurlijk onze bevreemding; doch reeds spoedig begrepen wij de zaak; de tolken waren in hun land hunne hoofden geweest en men had dus, om de werving te doen slagen, daarmede meer rekening moeten houden, dan met de kennis der Engelsche taal. Dat deze toestand minder gunstig moest werken is duidelijk; de invloed vooral van enkele hoofden was gedurende de reis eerder toe- dan afgenomen. Hadden de tolken van hun invloed een goed gebruik gemaakt, dan zou men er vrede mede gehad kunnen hebben doch het omgekeerde was't geval; zij stookten en werkten tegen, en ofschoon dit hier al zeer spoedig opgemerkt werd, zoo kon men toch, uit den aard der zaak, de recruten niet geheel aan hun invloed onttrekken. Hierover later eenige mededeelingen. De eerste tien dagen Da aankomst werden op de volgende wijze besteed: des morgens onder geleide baden, daarna ontvangen en passen van kleeding; ouderwijs in het kleeden; schoonmaken van de kleeding; opmaken van het nachtleger; bekend maken met de waarde van het geld en met de namen der verschillende rangen en graden en waaraan deze te herkennen; het leeren tellen; het eerbewijs in en buiten de kazerne; het aanleeren van hun naam (zij hadden bij de werving, op enkele uitzonderingen na, Engelsche namen ontvangen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1892 | | pagina 23