250
1Eene open sectie-colonnein knielende houdingmet hare voorste
afdeeling op 320 M (Pig. 5.)
Diepte der colonne 40 M.laatste afdeeling op 360 M.bestreken
ruimte van de hoogste, rakende baan der laatste afdeeling 55 M.
dus totale diepte van de trefferruimte der colonne 40 -f- 55 95 M.,
zich uitstrekkende van 320 tot 415 M.
De voorste schijf, 1.10 M. hoog, wordt geplaatst op 320 M.(Ie
hoogste, rakende baan dier schijf heeft eene bestreken ruimte van
65 M. en komt dus op 385 M. op den grond. (De kogel, welke deze
baan volgt, zou alle 4 afdeelingen treffen, als deze door schijven waren
voorgesteld) De voorste schijf vangt alle schoten op, die tusschen
320 en 385 M. op den grond komen.
De tweede schijf, 1.10 M. hoog, komt op 385 M. te staan.
De hoogste baan, welke deze schijf nog raakt, heeft eene bestreken
ruimte van 51 M. en komt dus op 436 M. op den grond Doch de
tweede schijf behoeft slechts de treffers op te vangen tusschen 385
en 415 M., op welken laatsten afstand de hoogst rakende baan van
de laatste sectie op den grond komt.
De tweede schijf is dus te hoog voor het beoogde doel.
Om de hoogte dier laatste schijf te berekenen, kan men de vol
gende formule gebruiken:
y x (z - x) [3.4833 (z -f x) 0.263]
Deze formule (zie fig. 4.) beantwoordt de vraag: Hoe groot is de
vluchthoogte van de baan OBC op den afstand OA?
In fig. 5. wordt nu gevraagd de vluchthoogte in de baau van 415
M. op den afstand van 385 M.
x en z uitgedrukt in hectometers; y wordt gevonden in decimeters
derhalve
y 3.85 (4.15 3.85) [3.4833 -f (4.15 3.85) 0 263]
y 3 85 X 0.30 (3.4833 8 X 0 263)
y 1.155 X 5 5873
y 6.45 decimeters 0.645 M.
Yoor de praktijk kan men echter een korteren weg inslaan.
Men kan namelijk de hoogte der schijf evenredig stellen aan de
diepte der trefferruimte. De vraag wordt dus: