260
d'ert vurenderi troep. Wij zullen nu onderzoeken, welke voordeelen deze
vorm met liet oog op de trefkans aanbiedt.
De gesloten sectie-colonne, fig. 10, staat met sectiën op twee gele
deren uit de flank, met de hoofden der sectiën op 650 M. van en
evenwijdig aan den vurenden troep.
De diepte van elke sectie is 13 M.; het laatste rot staat dus op
663 M. en de bestreken ruimte van de hoogste baan, welke dit rot
nog raakt, is 34 M., zoodat de diepte van de trefferruimte van elke
sectie 47 M. bedraagt.
Bij eene gesloten sectie-colonne staan de afdeelingen op 6 pas of 4 M.
achter elkander; marcheert nu deze colonne uit de flank, dan vertoont
zij dus 4 afdeelingen op twee gelederen, elk breed 1.2 M. met 3
tusschenruimten, elk van 2.8 M. breedte. Ofschoon dus het doel eene
frontbreedte aan het vuur biedt van 13.2 M., is daarvan slechts 4.8 M.
gevuld.
Hoe dit doel door schijven moet voorgesteld worden, blijkt uit fig. 10.
Op 650 M. worden 4 schijven van 1.60 M. hoogte en 1.20 M. breedie
met tusschenruimten van 2.80 M. geplaatst.
Op elke schijf zijn twee figuren in staande houding afgebeeld.
De hoogste, rakende banen van deze schijven komen op 35 M. daar
achter, dus op 685 M. op den grond, alwaar eene tweede rij schijven
moet worden geplaatst, en daar deze slechts de kogels in eene diepte van
12 M. behoeven op te vangen, is eene hoogte van 0 58 M. voldoende.
Was nu het doel breed genoeg en geheel gevuld, dan zou het procent
treffers met den bundel van middelmatige schutters, bij gebruik van het
vizier van 650 H., 23.5 bedragen.
Men kan nu bij het beschieten van dit doel den vurenden troep in
vier gedeelten afdeelen en aan elk deel één der sectiën van het doel tot
mikpunt aanwijzen.
De 50 °/0 breedtespreiding van den bundel op 650 M. bedraagt 4.87
M., elke sectie is 1.20 M. breed, dus is de verhouding:
1.2: 4.87 0.246, bij welke verhouding 13 2 °/0 treffers behoort.
De samengestelde trefkans op elke sectie zal dus zijn: 23 5 °/0 X
13.2 3.1
De geheele colonne in dezen vorm vangt slechts 12.4 °/0 treffers op.
Hog geringer wordt het verlies, wanneer aan den vurenden troep,