273
brengen, wanneer de oefeningen, ten behoeve van welke de gesloten
opstelling tijdelijk wordt prijsgegeven, uit gymnastiek, schermen, voor
bereidende schietoefeningen, werktuigelijk tirailleeren enz. bestaan,
doch hij wordt moeielijk, ja zelfs soms in 't geheel niet in toepassing
te brengen, wanneer gevechts- en velddienstoefeningen aan de ver
langde gesloten, scherp uitgevoerde bewegingen hebben voorafgegaan.
Een velddienstoefening, voor welke een man den geheelen dag of
een aanzienlijk gedeelte van den dag buiten het kwartier blijft, hij
aanzienlijke afstanden heeft af te leggen en op het terrein aangeko
men, in den looppas van links naar rechts wordt gejaagd, vermoeit
hem niet alleen bovenmatig, maar brengt hem meer uit de hand,
dan vijf gesloten oefeningen weder kunnen goedmaken.
Waagt men zich met een troep, die onder de hierboven aangege
ven omstandigheden den geheelen of halven dag in 't touw is geweest
en dood vermoeid en verhit in het kwartier terugkeert, aan gesloten
oefeningen, waarbij scherpe uitvoering op den voorgrond staat, dan
loopt men de kans het goede doel te missen en eer schade dan voor-
deel aan de tucht toe te brengen.
Men geloove niet, dat ik hier een persoonlijke meening uitspreek;
bijzonder gëinteresseerd voor het hierboven aangehaalde in-13 van'
den Gf. v. h. O. voorgeschrevene middel, heb ik bij al mijn ijver
om het in toepassing te brengen, toch bij een vermoeiden troep de
uitwerking telkens zien falen; daardoor wantrouwend geworden in
mijn eigen tact, heb ik goed ter naam en faam bekend staande
troepenofficieren afgevraagd of zij misschien beter resultaten hebben
bereikt, doch moest ik bijna voortdurend hooren, dat bij het einde van
velddienst- en gevechtsoefeningen, waarbij een zekere grens van ver
moeidheid is overschreden, het voorschrift in 13 bijna nooit tot zijn
recht kan gebracht worden.
En daar in de tweede helft van elk jaar, althans in de l8 militaire
afdeeling, dergelijke oefeningen bijna dagelijksch brood zijn, kan het
niet anders of, zooals ik het hierboven uitdrukte, de fijne puntjes
moeten ten langen laatste afslijten.
Ik ben daarom recht dankbaar, dat de Voorzienigheid het in Hare
wijsheid zoodanig heeft geregeld, dat in't laatst van elk jaar hier te
Batavia een zoo overvloedige regen valt, dat zelfs de meest fanatieke
Dl. I, 1892. 18