276
dus ook dat hulpmiddel om de manschappen in de gesloten bewegingen
te oefenen, onbenut blijven.
Ik weet niet of ik het onlaugs in een of ander artikel heb geschreven
gezien dan wel of ik het heb hooren zeggen, dat het wenschelijk zou
zijn om de in de zomermaanden bij de veldbataljons aankomende,
afgeëxerceerde recruten bij een afzonderlijke compagnie in te deelen,
ten einde ze zoodoende tot soldaat te vormen en ze langs geleidelijken
weg tot brigadeoefeningen te brengen.
Oppervlakkig beschouwd zou mij deze regeling wel toelachen, zij zou
voorkomen dat menschen die het a, b, c, pas eventjes kennen al dadelijk
voor ingewikkelde lees- en speloefeningen zouden worden geplaatst,
maar aan den anderen kant zijn er toch weder heel wat bezwaren tegen
zulk een maatregel in te brengen. Vooreerst gaat het niet aan, om
nu wij depotbataljons hebben, er per veldbataljon nog een depot
compagnie op na te houden, daardoor zou bovendien een veldkorps bij
een oefening slechts met drie compagnieën kunnen uitrukken en de wer
kelijkheid nog minder dan tegenwoordig nagebootst kunnen worden.
Maar bovendien in den loop van een jaar, zoo wat om de zes weken, ko
men lichtingen afgerichte Europeesche en Inlandsche soldaten bij de batal
jons aan, die dan toch moeielijk, blank en bruin dooreen, bij één depot
compagnie zouden kunnen ingedeeld worden, terwijl van twee depotcom
pagnieën uit den aard der zaak heelemaal geen sprake zou kunnen zijn
Kortom, hoe ik de zaak ook bezie, ik vind weinig uitkomst en
geloof dat het eenige, dat er op zit, is, om de quaestie maar met al
hare gevolgen te aanvaarden.
Bij militielegers, waar de lichtingen eens per jaar opkomen, kan
natuurlijk met het meeste gemak bij eenig oefeningsstelsel een rationeele
opvolging worden inachtgenomen, daar is het mogelijk den boerenzoon
geleidelijk en flink tot een in elk opzicht, in 't garnizoen en te velde
bruikbaren soldaat te ontpoppen, maar hier in Indie, waar elk oogen-
blik pas afgerichte manschappen midden in een stelsel van oefenin
gen vallen, is het niet te vermijden, dat de recruten van gisteren,
morgen aan een dienst moeten deelnemen, die zelfs aan oude, ervaren
soldaten hooge eischen stelt.
Maar, al gebieden de omstandigheden ons ook, om ons in het onver
mijdelijke te schikken, en al laten zij geen rationeel van dag tot dag